De Raad van State heeft forse kritiek op het plan voor box 3-heffing over het werkelijke rendement. Wat zijn de bezwaren van de Raad van State?
Er ligt een voorstel voor een nieuwe box 3-heffing klaar. Het uitgangspunt is dat vanaf dat jaar het werkelijke rendement wordt belast. Dat voorstel is, zoals gebruikelijk bij nieuwe wetsvoorstellen, eerst naar de Raad van State (RvS) gestuurd voor advies. Na de RvS gaat een wetsvoorstel achtereenvolgens naar de Tweede en Eerste Kamer. Pas als ook de Eerste Kamer een voorstel heeft aangenomen, kan de nieuwe wet ingaan. Maar zover is het nog niet. Eerst moet het kabinet nog aan de slag met het advies van de RvS. Zo’n advies is niet bindend, maar een minister moet wel duidelijk maken wat er met dat advies is gebeurd.
Box 3-alternatief hard nodig
Een nieuw box 3-stelsel is hard nodig na de Hoge Raad-uitspraken van 24 december 2021 (kerstarrest) en 6 juni 2024 (zie ook ons memo ‘Box 3-heffing te hoog’). Volgens de Hoge Raad is het huidige stelsel in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens als het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. De tijdelijke regeling (met het formulier ‘Opgaaf werkelijk rendement’ dat in de zomer van 2025 beschikbaar moet komen) is een noodoplossing en moet zo snel mogelijk vervangen worden door betere wetgeving.
Advies Raad van State
Het advies van de RvS (te vinden op raadvanstate.nl) liegt er niet om. Het plan kan in de huidige vorm volgens de RvS beter niet ingediend worden bij de Tweede Kamer. Het nieuwe box 3-stelsel heeft 'ingrijpende gevolgen voor burgers en Belastingdienst'. De RvS concludeert dat er veel zwaarwegende bezwaren tegen het wetsvoorstel zijn. We zetten de belangrijkste op een rijtje:
◼ingewikkeld
Het is de bedoeling dat nieuwe fiscale regelingen eenvoudig te begrijpen zijn door burgers en bedrijven én goed uit te voeren door de Belastingdienst. Maar het voorgestelde box 3-stelsel is veel ingewikkelder dan een stelsel waarbij de heffing plaatsvindt op basis van de stand van het vermogen op 1 januari. Als het voorstel wordt ingevoerd moet je in je aangifte gegevens over rente, huur, dividend én waardeontwikkeling invullen. Het vaststellen van de waardeontwikkeling kan veel werk zijn, bijvoorbeeld als je in de loop van het jaar veel transacties op je beleggingsrekening hebt gedaan. Je moet een ingewikkelde vermogensvergelijking maken. En je moet zelf handmatig veel meer gegevens invullen in de aangifte omdat ze niet vooraf ingevuld kunnen worden. Ook is de in het voorstel opgenomen bewaartermijn van 3 jaar opmerkelijk. Langer bewaren is noodzakelijk omdat de Belastingdienst tot 5 jaar terug belasting kan navorderen (of zelfs 12 jaar bij buitenlands vermogen). Alles bij elkaar vraagt het veel meer doenvermogen van naar schatting 1,6 miljoen (!) belastingbetalers. De toeslagenaffaire heeft geleerd dat burgers in de dagelijkse praktijk niet altijd voldoende doenvermogen hebben om aan wetten en regels te voldoen.
◼onvoldoende draagvlak
De RvS verwacht weinig draagvlak en acceptatie van het wetsvoorstel bij de belastingbetalers. Als het wordt ingevoerd ontstaat namelijk de verplichting om belasting te betalen over ongerealiseerde waardeveranderingen (vermogensaanwasbelasting) én eigen gebruik van onroerende zaken. Bij ongerealiseerde waardeveranderingen moet je vooral denken aan waardevermeerdering van beleggingen. En voor eigen gebruik van een vakantiewoning moet je bijvoorbeeld 2,65% van de WOZ-waarde aangeven als die woning het hele jaar tot je beschikking staat en je die niet verhuurt (vastgoedbijtelling). Je leest er meer over op pagina 8 van FiscAlert september 2024.
Het kabinet noemt het voorkomen van belastinguitstel als 1 van de redenen voor de invoering van een vermogensaanwasbelasting. Maar in box 2 is ook sprake van langdurig belastinguitstel, aldus de RvS. Waarom mag het in die box wel en in box 3 niet? Dit kan ertoe leiden dat belastingbetalers vermogen gaan verschuiven van box 3 naar box 2.
De RvS vraagt zich ook af waarom het eigen gebruik van roerende zaken niet onder de box 3-heffing valt. Je kunt immers ook een jacht, (sta)caravan of camper als recreatie- of vakantieverblijf gebruiken. En waarom vallen andere kostbare bezittingen, zoals privévliegtuigen, juwelen en kunst, buiten de heffing van box 3?.
Verder wijst de RvS erop dat verliezen in box 3 slechts beperkt verrekenbaar zijn (er is een drempel van €500), terwijl in box 1 en 2 volledige verliesverrekening mogelijk is.
◼uitvoeringsbezwaren
De Belastingdienst heeft op 4 onderdelen de rode vlag gehesen, zo constateert de RvS. Het gaat fout bij de interactie met burgers/bedrijven, de maakbaarheid van systemen, de handhaafbaarheid en de complexiteit van de heffing. Alleen over fraudebestendigheid is de Belastingdienst minder negatief (gele vlag). De Belastingdienst denkt veel meer personeel nodig te hebben (900 voltijd werknemers). En dat betekent forse uitvoeringskosten. De verwachting is ook dat er niet direct voldoende mankracht beschikbaar zal zijn met alle gevolgen van dien voor dienstverlening en toezicht.
◼geen integrale visie
Er is geen integrale visie op het belasten van vermogen. De RvS adviseert om eerst daarmee te komen en pas daarna met een nieuw box 3-stelsel.
We zijn benieuwd wat het kabinet gaat doen nu dit wetsvoorstel op veel punten nat gaat
◼budgettaire neutraliteit
Strikt vasthouden aan het uitgangspunt van budgettaire neutraliteit maakt het moeilijk om te kiezen voor een andere (lees betere) vormgeving. De RvS adviseert om dit uitgangspunt los te laten. Er is dan meer ruimte voor alternatieven.
Alternatieven
De RvS noemt in het advies een aantal alternatieven voor een beter box 3-stelsel:
◼forfaitair stelsel
Door de arresten van de Hoge Raad zijn de mogelijkheden voor een forfaitair stelsel beperkt, maar zo’n stelsel is nog steeds een optie, aldus de RvS. Niet door de vermogenscategorieën te verfijnen, maar wel door te kiezen voor een stelsel op basis van laagrisico rendementen. Ook een forfaitair stelsel met tegenbewijsregeling kan een mogelijkheid zijn.
◼vermogenswinstbelasting
Bij een vermogenswinstbelasting worden zowel reguliere inkomsten uit vermogen (rente, dividend en huur) als waardeveranderingen belast nadat deze zijn gerealiseerd. Zo werkt het ook in box 1 en 2. Ook in het buitenland is dit systeem gebruikelijk, aldus de RvS.
◼aanvullende ideeën
Zowel een forfaitaire heffing als een vermogenswinstbelasting zullen mogelijk minder belasting opleveren. Om het budgettaire gat te dichten met heffing over vermogen zou je volgens de RvS kunnen denken aan een brede vermogensbelasting waarbij vermogen uit box 1, 2 en 3 wordt belast. Zo’n heffing belast niet het inkomen uit vermogen maar het vermogen zelf. Ook andere mogelijkheden zijn denkbaar. RvS noemt het verhogen van de belastingdruk op vermogensbestanddelen in box 1 en 2 of aanpassingen in de schenk- en erfbelasting.
Hoe nu verder?
Dit advies is een keihard oordeel en een nieuwe tegenvaller voor het kabinet. Het ministerie van Financiën moet echt haast maken met een nieuw, rechtvaardiger stelsel. De Hoge Raad heeft immers geoordeeld dat het huidige stelsel in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het advies van de RvS betekent dat een nieuw box 3-stelsel langer op zich laat wachten. De ingangsdatum is uitgesteld naar 2028. Elk jaar extra uitstel kost de schatkist ruim €2 miljard. Het kabinet zegt in een eerste reactie dat ze het advies uitgebreid gaat bestuderen, maar dat het ideale stelsel niet bestaat. ‘Het stelt het kabinet voor een lastig dilemma’, we denken nog na over een oplossing, maar hebben daar op dit moment echt geen beeld bij’, aldus staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen (Fiscaliteit) in december voor aanvang van de ministerraad. Wij zijn benieuwd naar de uitgebreide reactie van het kabinet én de volgende stappen. Nieuws daarover wordt in januari verwacht. ‘We gaan van alle opties de minst slechte kiezen’, aldus de staatssecretaris. ‘Dat is dus niet de optie die het makkelijkst uitvoerbaar is, of het meest opbrengt, of het minst belastend is voor burgers qua doenvermogen.’ We moeten dus nog even afwachten of het voorstel geheel in de prullenbak terecht komt of wordt bijgeschaafd. Wordt vervolgd dus. We houden je op de hoogte. Zie ook p.6.