De ongeveer 60.000 mensen die bezwaar hebben gemaakt tegen de heffing in box 3 over de belastingjaren 2017-2020 ontvangen voor 4 augustus automatisch rechtsherstel volgens de zogenaamde ‘spaarvariant’. Rechtsherstel via de spaarvariant vindt ook plaats voor alle aanslagen over 2017-2020 die op 24 december 2021 of later zijn opgelegd en over 2021 en 2022. Is de aanslag vóór 24 december 2021 opgelegd, dan vindt vooralsnog geen rechtsherstel plaats. Laatstgenoemde categorie moet wachten op een uitspraak van de Hoge Raad. Bij de spaarvariant krijgen voornamelijk mensen met spaargeld geld terug. Zij worden voor hun spaargeld belast op basis van de actuele spaarrente. Voor schulden wordt aangesloten bij de hypotheekrente. En bij beleggingen (effecten, onroerend goed) wordt net als nu uitgegaan van het meerjarige gemiddelde rendement voor beleggingen. Een belastingplichtige met € 200.000 vermogen in 2020, waarvan driekwart (€ 150.000) spaargeld en de rest beleggingen krijgt in deze variant € 916 terug. Eenzelfde belastingplichtige met € 200.000 vermogen en maar een kwart spaargeld (€ 50.000) krijgt in deze variant geen geld terug, omdat in deze berekening hij eigenlijk meer belasting had moeten betalen dan hij heeft betaald.
Als er over 2021 recht bestaat op een teruggaaf volgens het huidige aangifteprogramma, wordt eerst een voorlopige aanslag opgelegd zodat u niet al te lang op uw geld hoeft te wachten. Later zal bij de definitieve aanslag het rechtsherstel plaatsvinden. Vanaf 1 augustus worden gefaseerd de 1,9 miljoen definitieve aanslagen 2021 met box 3 opgelegd. In augustus is naar verwachting een aangepaste versie van de online aangifte beschikbaar. Fiscaal partners die al aangifte hebben gedaan kunnen daarmee vaststellen of het indienen van een nieuwe aangifte met aangepaste verdeling gunstig is.
Meer informatie op www.rijksoverheid.nl en in de brief aan de Tweede Kamer.