Bij de voorlopige aanslag 2023 is gerekend met een te laag forfaitair rendement. Dat komt omdat in de voorlopige aanslag gerekend is met voorlopige percentages. De spaarrente is in de loop van 2023 echter gestegen. En de gemiddelde hypotheekrente op het totaal uitstaande bedrag aan woninghypotheken (relevant voor het forfaitaire rendement voor schulden) pakt juist ietsje lager uit dan in de voorlopige aanslag. Mensen met box 3-vermogen moeten er daarom rekening mee houden dat ze na het doen van aangifte inkomstenbelasting meer belasting moeten betalen in box 3.
In de voorlopige aanslag is gerekend met:
- 0,36% forfaitair rendement over spaargeld
- 6,17% forfaitair rendement over overig vermogen
- 2,57% forfaitair rendement over schulden (dit wordt afgetrokken van het forfaitair rendement op spaargeld en overige vermogen)
Op basis van cijfers van De Nederlandsche Bank zal het forfaitair rendement in de aanslag inkomstenbelasting 2023 er als volgt uitzien:
- 0,92% forfaitair rendement over spaargeld
- 6,17% forfaitair rendement over overig vermogen
- 2,46% forfaitair rendement over schulden (dit wordt afgetrokken van het forfaitair rendement op spaargeld en overige vermogen)
LET OP: De Belastingdienst ziet geld op de betaalrekening ook als spaargeld. In de belastingaangifte wordt hierover dus ook het forfaitair rendement berekend. Experts twijfelen aan de juridische houdbaarheid daarvan en verwachten rechtszaken hierover tegen de fiscus.