Een individuele belastingbetaler procedeert buiten de massaal-bezwaarprocedure om tegen de belastingheffing in box3 over 2015 tot en met 2018. Op dit moment moet de laatste stap gezet worden: het wachten is op de uitspraak van de Hoge Raad. In de aanloop daarnaar toe heeft Advocaat-Generaal Niessen (AG) advies uitgebracht aan de Hoge Raad (ECLI:NL:PHR:2022:180), wat wij u niet willen onthouden. In zijn advies neemt hij de gevolgen mee van de uitspraak die de Hoge Raad kort voor kerst deed. De AG zegt het volgende:
- Het kerstarrest is alleen van belang voor de jaren vanaf 2017. Voor 2015 en 2016 kan het kerstarrest niet worden gebruikt aangezien de met ingang van 2017 ingevoerde nieuwe regels een belangrijke rol hebben gespeeld in die uitspraak. In 2015 en 2016 gold nog een vast forfaitair rendement van 4%.
- Het kerstarrest betekent niet dat de box 3-heffing helemaal van de baan is. Per belastingplichtige moet worden onderzocht in hoeverre hij/zij benadeeld wordt door box 3. Alleen voor dat deel moet worden gecompenseerd.
- De belastingbetaler moet aantonen in hoeverre zijn werkelijke rendement duidelijk lager was dan het forfaitaire rendement.
- Wat een redelijke compensatie is moet worden vastgesteld door de feitenrechters (rechtbanken en gerechtshoven).
- In 'normale gevallen' bestaat het reële rendement uit de netto opbrengst van reguliere baten zoals rente, dividend en huur, zonder aftrek van financieringskosten. Het is echter ook mogelijk als partijen (belastingbetaler en Belastingdienst) in overleg het werkelijk rendement vast te stellen, bijvoorbeeld door de wettelijke forfaits toe te passen op de spaargelden en het overig vermogen van de belastingplichtige.
Wij zijn benieuwd of de Hoge Raad deze conclusies van de AG volledig overneemt. Wordt vervolgd.