Artikelen

Overzicht actuele rechtspraak

Overzicht actuele rechtspraak

De meest interessante uitspraken van de afgelopen maanden, met een toelichting van onze kant.

Hoge Raad schrapt beding huwelijkse voorwaarden
(www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:HR:2022:1724)

Sommige mensen houden bij het aangaan van het huwelijk of geregistreerd partnerschap al rekening met een scheiding. Dat is vaak een van de redenen waarom echtparen kiezen voor huwelijkse voorwaarden. Sommige aanstaande echtgenoten leggen daarin vast dat zij afzien van partneralimentatie als het huwelijk eindigt in een scheiding, een zogenaamd nihilbeding. Volgens de Hoge Raad is zo’n beding niet rechtsgeldig. Een pyrrusoverwinning voor de vrouw die de zaak had aangespannen. Want door het ontbreken van draagkracht bij de man kreeg zij in dit geval toch geen alimentatie.

Aftrek vrijwilligerswerk
(www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:RBDHA:2021:9173)

Wie recht heeft op een vrijwilligersvergoeding, maar daarvan afziet, heeft onder voorwaarden recht op giftenaftrek (zie ons artikel ‘Vrijwilligerswerk en de fiscus'). Een echtpaar claimde daarom een aftrek van € 3.000 (2 x € 1.500) voor het werk dat zij voor een stichting deden. De inspecteur accepteerde de aftrek niet, waarop zij naar de rechter stapten. De Rechtbank Den Haag bekeek de aangeleverde stukken goed. In de vrijwilligersovereenkomst die het echtpaar met de stichting had afgesloten, stond dat zij vrijwilligerswerkzaamheden zouden doen zónder dat zij daarvoor zouden worden betaald. Bovendien waren er ook géén andere stukken waaruit het recht op een vergoeding bleek. Volgens de Rechtbank Den Haag heeft de inspecteur daarom gelijk en kunnen ze voor het vrijwilligerswerk niets aftrekken.

Kluisjesroof en box 3
(www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:RBZWB:2022:5356)

Agron K. en Henri van W. werden medio 2019 veroordeeld tot 4 jaar cel voor het medeplegen van de grote kluisjesroof begin 2018 bij de Rabobank in Oudenbosch. Daarbij maakten deze ex-beveiligers voor miljoenen euro’s buit. De Rabobank gaf de beroofde kluishuurders een schadevergoeding. Één van hen kreeg een vergoeding van € 110.953 voor het gestolen geld en € 23.180 voor de sieraden. Daarbij wees de bank nog eens uitdrukkelijk op de plicht om correct aangifte te doen bij de Belastingdienst van het volledige inkomen en vermogen. De bank meldde de schadevergoeding ook bij de Belastingdienst. Daardoor liep ook deze klant van de Rabo tegen de lamp. Hij had dit vermogen niet aangegeven en moest alsnog belasting betalen over het geld. Hij kreeg bovendien een boete van 75% over de te weinig betaalde belasting over 2015 tot en met 2018 en 150% over de te weinig betaalde belasting over 2019.

Aftrek boeterente bij lening van BV
(www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:RBDHA:2022:781)

In 2012 leende een directeur-grootaandeelhouder (dga) € 100.000 van zijn BV voor de eigen woning. In december 2016 loste hij tussentijds € 25.000 af. In januari 2017 sloot hij bij zijn BV een nieuwe lening van € 50.000 af voor de eigen woning. In verband met de aflossing is € 34.078 boeterente in rekening gebracht. De inspecteur weigert de aftrek van de boeterente. De dga kon zelf de leningsvoorwaarden bepalen, en dat maakte de situatie anders dan wanneer bijvoorbeeld van de bank was geleend, aldus de Rechtbank Den Haag. Bovendien is van aflossing feitelijk geen sprake. De rechtbank vindt daarom dat de inspecteur de aftrek van boeterente terecht heeft geweigerd.

Toch heffingskorting
(www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:RBZWB:2021:6107)

Ouders van kinderen jonger dan 12 jaar kunnen onder voorwaarden recht hebben op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK), een korting op de te betalen inkomstenbelasting. Die korting kan erg hoog zijn, dit jaar maximaal € 2.694 (zie p.20-23)! Een van de voorwaarden is dat het kind in het kalenderjaar minimaal 6 maanden op hetzelfde woonadres als de ouder moet staan ingeschreven in de BRP (basisregistratie persoonsgegevens). Door omstandigheden is dat in de praktijk niet altijd het geval, terwijl ouder en kind wel op hetzelfde adres wonen. Zo ook in deze zaak. Na emigratie naar het buitenland blijkt vader vreemd te gaan. Moeder en dochter keren daarom terug naar Nederland en gaan tijdelijk inwonen bij de ouders van de oppas van de dochter. Ze hebben zich op dat adres wel ingeschreven, maar alleen als postadres en niet als woonadres. En dat is niet voldoende volgens de inspecteur. Hij haalt een streep door de geclaimde IACK. Gelet op het doel van de inschrijvingseis, vindt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant echter dat in dit geval wel degelijk recht bestaat op de IACK.

Vrijstelling erfbelasting voor kind met beperking
(www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:RBZWB:2022:5394)

Kinderen met een beperking (ziekte of handicap) hebben onder voorwaarden (zie www.belastingdienst.nl zoeken op ‘vrijstelling erfbelasting’) recht op een veel hogere vrijstelling voor de erfbelasting, namelijk bijna 3 x de normale vrijstelling (zie p.20-23). Om voor de vrijstelling in aanmerking te komen, moet het kind grotendeels op kosten van de overleden ouder zijn onderhouden. Een 55-jarige dochter met een verstandelijke beperking woonde bij haar moeder. Moeder betaalde de kosten van levensonderhoud. De dochter had daaraan echter best meer kunnen bijdragen. Behalve het inkomen van de sociale werkplaats had ze namelijk ook eigen vermogen. De inspecteur weigerde daarom de hoge vrijstelling na overlijden van moeder. Maar volgens de Rechtbank Zeeland-West-Brabant staat nergens dat het kind ‘behoeftig’ moet zijn. Voldoende is dat moeder het levensonderhoud tot haar overlijden grotendeels betaalde. De hoge vrijstelling is dus wel van toepassing!

Scheidingsregeling eigen woning
(www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:HR:2022:765)

Normaal gesproken is hypotheekrente alleen aftrekbaar als de rente betrekking heeft op een eigen woning die als hoofdverblijf dient. In het geval van echtscheiding is op deze regel een uitzondering gemaakt. De vertrekkende partner kan, onder voorwaarden, nog maximaal 2 jaar de rente aftrekken op basis van de zogenaamde ‘scheidingsregeling’ (zie ook www.belastingdienst.nl/scheiden). Maar geldt dat ook als de exen niet in gemeenschap van goederen zijn gehuwd en de woning niet van beiden is? In deze zaak was de vertrekkende ex-echtgenote geen eigenaar, maar wel hoofdelijk aansprakelijk voor de hypotheekrente. De verhuizing vond plaats op 1 juni 2013. Volgens de Hoge Raad is de scheidingsregeling niet van toepassing als de ex-echtgenote geen eigenaar is. De betaalde rente is dan vanaf 1 juni 2013 niet aftrekbaar. De Hoge Raad geeft het gerechtshof nog wel de opdracht om uit te zoeken of ex-echtgenote economisch (mede-)eigenaar is. Mocht dat zo zijn, dan krijgt ze de aftrek toch.

Letselschadevergoeding is geen loon
(www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:HR:2022:444)

Een werkgever heeft één van zijn werknemers aangesteld als vrijwilliger bij de brandweer. Helaas raakte deze werknemer tijdens zijn werkzaamheden als brandweerman betrokken bij een ongeval met blijvend letsel als gevolg. Gelukkig had de werkgever hiervoor op grond van een cao-bepaling een ongevallenverzekering afgesloten. De werkgever kreeg € 32.375 van de verzekering. Hij maakte dat bedrag over aan de brandweerman, maar hield wel € 13.271 loonheffing in. De brandweerman was het niet eens met de inhouding van loonheffing en de Hoge Raad gaf hem gelijk. Een letselschadevergoeding die voortvloeit uit de arbeidsovereenkomst of cao is, net als andere letselschadevergoedingen, geen loon.

Partnervrijstelling erfbelasting voor broer
(www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:GHARL:2022:5910)

Een broer is in 1969 bij zijn zus en haar man gaan wonen. Jarenlang woonden ze zo op hetzelfde adres totdat in september 2017 eerst zijn zwager overleed en daarna, in januari 2019, zijn zus. Broer erft ruim € 2 ton van zijn zus. Broer en zus hadden geen samenlevingscontract. De vraag is of broer recht heeft op de hoge partnervrijstelling voor de erfbelasting van € 650.913. Hij zou dan geen erfbelasting hoeven te betalen. De inspecteur en de rechtbank vinden van niet. Zonder samenlevingscontract ontstaat dat recht nadat beiden onafgebroken gedurende minimaal 5 jaar op hetzelfde adres staan ingeschreven. Broer en zus voldoen daaraan, maar de periode waarin zus nog getrouwd is, mag volgens de inspecteur en de rechtbank niet meegerekend worden. De vrijstelling is dan slechts € 2.173. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden denkt er echter anders over en kent de partnervrijstelling wel toe.

Alleen voor leden

Word lid en ga direct verder

Als FiscAlert lid heb je onbeperkt toegang tot alle items op de website.

Ja, ik wil ook lid worden

Ben je lid en heb je al een account?