Een oude beurswijsheid luidt ‘Sell in May and go away, but remember to come back in September’. De vraag is of deze uitspraak klopt.
Wetenschappers Sven Bouman en Ben Jacobsen kwamen in 2001 met een heldere conclusie. In 36 van de 37 door hen onderzochte landen bleken de gemiddelde maandelijkse beursrendementen in de periode november tot mei aanzienlijk hoger te liggen dan die in de periode mei tot november (van 1970 tot en met 1998). Na Halloween (31 oktober) volgde een gunstiger periode voor beleggers: het rendement in de wintermaanden lag meestal boven 8%. Hoewel zij de maand september niet als comeback-maand zagen, was wel sprake van een positieve ontwikkeling ge- durende de periode november tot en met april, vooral in Europese landen. In 2004 publiceerden wetenschappers Edwin Maberly en Raylene Pierce een kritisch geluid op het onderzoek van Bouman en Jacobsen. Ze onderzochten hun resultaten voor de Amerikaanse aandelenmarkt en kwamen tot een andere conclusie: zonder extreme koersbewegingen, zoals de beurscrash van oktober 1987, is geen sprake van een
Halloween-effect. Deze sceptische uitspraken prikkelden Ben Jacobsen en Cherry Zhang een nieuw en groter onderzoek te starten. Ze gebruikten data van 109 landen die terugging tot 1694. Hun belangrijkste conclusies? Gemiddeld bedroeg het ‘zomerrendement’ (mei-november) van de dataset 2,4% en het ‘winterrendement’ (november-mei) 6,9%; ofwel 4,5% in het voordeel van de ‘wintermaanden’. Wat nog meer? Ook nu was het echte comebackmoment niet begin september, maar eind oktober. Kortom: ‘Sell in May and go away, but be keen, be back at Halloween!’