Een camper is enorm in trek bij ouderen én jongeren. In de praktijk wordt zo’n camper hooguit een paar maanden per jaar gebruikt. Maar wat als je als familie zo’n camper koopt?
De camper is sinds corona aan een sterke opmars bezig. Dat heeft te maken met de stijging van het aantal pensionado’s bij wie dit bezit bijzonder populair is. Ook veel jongeren willen een camper. Fiscaal voordeliger dan een vakantiewoning. Een camper in eigen gebruik is namelijk vrijgesteld in box 3 als roerende zaak die voor persoonlijke doeleinden wordt gebruikt. Voor een vakantiewoning moet je fiscaal flink bloeden.
Camper als verenigingsbezit
De familie Jansen heeft in juni voor gezamenlijk gebruik een camper gekocht. De familie bestaat uit een echtpaar in de leeftijd van 68 en 66 jaar, 3 kinderen van 39, 41 en 42 jaar en 5 kleinkinderen van 2, 4, 5, 8 en 11 jaar. Ze hebben een informele vereniging opgericht, een vereniging zonder volledige rechtsbevoegdheid. Daarvoor hoef je niet naar de notaris en inschrijving bij de Kamer van Koophandel is ook niet nodig. Mevrouw Jansen, die tot haar pensionering bedrijfsjurist was, had het allemaal bedacht. De camper is in eigendom van de vereniging. Zo’n vereniging houdt eigenlijk niet meer in dan dat de leden afspraken maken over hoe ze het benodigde geld bij elkaar brengen, wie de praktische zaken regelt en hoe het gebruik zal plaatsvinden. Mevrouw Jansen heeft een mooie oprichtingsakte opgesteld. Zij fungeert als voorzitter en echtgenoot Ben als secretaris/penningmeester.
De contributie? Die is toevallig gelijk aan de jaarlijkse schenkingsvrijstelling
Contributie als schenking
De camper kan bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer niet op naam van de vereniging worden gesteld, omdat zij geen rechtsbevoegdheid heeft. In plaats daarvan kan de camper worden geregistreerd op naam van een bestuurslid en wordt ook op zijn naam verzekerd. Dat kan gedoe geven met schadevrije jaren. De leden zullen gewoon doen alsof hij van de vereniging is. Een vereniging zonder rechtsbevoegdheid kan ook geen eigen bankrekening hebben. Geldverkeer kan plaatsvinden via een bankrekening van een bestuurslid. Het ligt voor de hand daarvoor een bankrekening van de penningmeester te gebruiken. Het is dan een kwestie van goed bijhouden wat de uitgaven en inkomsten van de vereniging zijn. En natuurlijk moet er contributie betaald worden. Die is niet geheel toevallig gelijk aan de jaarlijkse schenkingsvrijstelling voor kinderen en kleinkinderen. De ouders hebben dit bedrag aan kinderen en kleinkinderen geschonken, waarna de kinderen en kleinkinderen het meteen als contributie hebben betaald. Dat ging gewoon met gesloten beurzen.
De camper kostte €100.000. De contributie was daarvoor niet genoeg. Het resterende bedrag financierde de vereniging met een lening verstrekt door de ouders tegen een rente van 2% per jaar. De ouders moeten die lening in box 3 verantwoorden. De vereniging zelf is trouwens niet belastingplichtig. Niet voor de inkomstenbelasting, niet voor de vennootschapsbelasting en ook niet voor de btw.
Ook een familiecamper kopen?
Leden van FiscAlert kunnen de oprichtingsakte van de familie Jansen als voorbeeld downloaden. Ga naar fiscalert.nl en zoek op ‘campervereniging’. Fijne vakantie!
Haken en ogen
Samen een camper kopen klinkt natuurlijk heel gezellig. Maar ook hierbij geldt: ‘bezint eer gij begint’. Het gezamenlijke bezit kan een recept zijn voor ruzie in de familie. Bijvoorbeeld als de een er veel meer gebruik van maakt dan de ander. Ook een slordige broer kan ergernis geven. Voor de juridische scherpslijpers: strikt genomen moet de Kantonrechter toestemming geven voor de leenovereenkomst met de minderjarige kinderen. In de praktijk zal het meestal niet tot problemen leiden als je dat achterwege laat.
