Ooit nestelde een merelpaartje in onze tuin dat ver ging om hun kwetterende kleintjes stil te krijgen. In alle vroegte fladderde ma paniekerig voor ons keukenraam op en neer tot ik weer brood- en kaaskorstjes offreerde, die tot de laatste kruimel verdwenen. Het leek lollig, tot er op een ochtend een piepklein vogellijkje in de vijver dreef. Had het beestje, zwaar en zwak van brood met kaas, zijn evenwicht verloren?
Gezond eten is voor een merel even belangrijk als goed omgaan met geld voor een westers mens. Want bij ons heeft alles een prijs, terwijl een eindeloze rij aanbieders hijgerig klaarstaat om je kaal te plukken. Dat brengt jonge Nederlanders te vaak in de geldproblemen, blijkt uit onderzoek door gerechtsdeurwaardersorganisatie Flanderijn. Vier op de tien 18- tot 30-jarigen had het afgelopen jaar weleens moeite met het betalen van een rekening. En maar liefst een kwart heeft een schuld (los van studieschuld en hypotheek). Bij een op de twintig is die schuld meer dan drie mille.
Het is niet per definitie de schuld van de ouders als een jongvolwassene financieel de mist in gaat. Karakters verschillen. Sommige jongeren zijn voorzichtig, spaarzaam en ordelijk. Anderen neigen naar veel uitgeven, lenen en rood staan. Dat laatste maakt financiële opvoeding extra belangrijk. Die begint trouwens veel eerder dan de meeste ouders denken, namelijk in de kinderwagen, als een peuter dwingend aanwijst dat hij iets wil hebben. Je reactie daarop is voor een kind zijn eerste financiële les. In essentie draait financieel opvoeden namelijk om twee dingen: grenzen stellen en je kind leren om behoeftebevrediging uit te stellen. Voor een peuter betekent dat iets niet nu krijgen, maar straks. Een basisscholier kun je daarnaast vragen om zelf te sparen voor een hartenwens, eventueel door met klusjes bij te verdienen.