De heer en mevrouw Jansen zijn beiden 70 jaar. Ze zijn al bijna 50 jaar samen. Het huwelijk heeft 3 kinderen voortgebracht. Ze zijn in het bezit van een woning met een waarde van €600.000. Aan spaargeld en beleggingen hebben ze €400.000. Daarmee zijn ze net miljonair. Ze hebben geen huwelijkse voorwaarden gemaakt, zodat ze in algehele gemeenschap van goederen gehuwd zijn. Tijdens de verjaardag van mevrouw op 11 juli kwam de erfbelasting ter sprake. De taart was al geconsumeerd en de frisdrank en wijn waren aan de beurt. Hoe groot zal de hap zijn die deze belasting uit het spaargeld neemt?
Ze hebben eigenlijk geen idee. Ze denken dat 10% van het vermogen wel een redelijke schatting is. Dat zou neerkomen op €100.000. Toch wel een flink bedrag. Misschien moesten ze maar eens beginnen met schenken.
De schatting van de familie is aan de hoge kant. De 10% is het erfbelastingtarief in de eerste schijf, die in 2024 tot circa €150.000 loopt. Dat is per erfgenaam. Maar eerst is er nog de vrijstelling. Voor de partner bedraagt deze bijna €800.000. Daar wordt overigens een kleine korting op toegepast als de partner een nabestaandenpensioen krijgt. Voor de kinderen bedraagt de vrijstelling circa €25.000 per persoon. Bedenk dat als één van de ouders overlijdt, slechts de helft van het gezamenlijke vermogen vererft. In het geval van de Jansens dus €500.000. Bedenk ook dat de woning niet voor de werkelijke waarde in het erfbelasting wordt betrokken, maar voor de WOZ-waarde. Die lag de afgelopen jaren vaak behoorlijk onder de werkelijke waarde. Naar verwachting zal dit verschil kleiner worden.