Nul is een bijzonder getal. De Babyloniërs, Indiërs, Maya’s en Chinezen gebruikten dit cijfer al duizenden jaren geleden. Toch moesten Europeanen er lang niets van hebben. In de middeleeuwen gold de nul zelfs als een duivelsgetal. Pas vanaf de veertiende eeuw raakte het telwoord hier populair. En hoe! Tegenwoordig is de nul onmisbaar voor rekenwerk, in de wetenschap en de handel. In marketing heeft het getal nul zelfs magische krachten. Kijk maar wat er gebeurt als iets nul euro kost. Dan gaat je adrenaline stromen, ons hart sneller slaan en – helaas – ons brein op nul.
Woorden als ‘gratis’, ‘voor niks’ of ‘nul euro’ zijn voor een mens wat een druppel bloed is voor een witte haai. Daarom verdringen we ons rond gratis probeerblikjes frisdrank en proefzakjes chips, graaien naar coupons met het woord gratis erop, grijpen gratis T-shirts, sleutelhangers, pennen, tassen en schrijfblokken (met lelijke bedrijfslogo’s) mee, en worden blij van kosteloze hapjes in de supermarkt, open museumdagen, gratis loterijloten, gratis adviezen, gratis telefoons en alle andere extraatjes die voor niets de deur lijken uit te gaan.
Dit gedrag is niet typisch Nederlands. Vrijwel elk mens krijgt weke knieën als hij iets zonder betalen mag meenemen. In het boek Predictably irrational beschrijft gedragseconoom Dan Ariely hoe sterk de magie van gratis inwerkt op de mens. En hoe dat komt. In diverse experimenten bood hij volwassenen, studenten en kinderen de keuze tussen dure, goedkopere en gratis producten. Ongeacht het product, de prijs, het soort aanbod, de betaalmethode of het type testpersoon bleek steeds: als iets gratis is, gooit de mens alle ratio overboord om zich op het gebodene te storten als een hongerige wolf op een mals lammetje.