Geen diersoort op aarde is blinder voor risico’s dan de econoom. Dat schrijft Nassim Nicholas Taleb in zijn essay ‘Over robuustheid’, een aanvulling op zijn beroemde bestseller ‘De Zwarte Zwaan’. Sinds de kredietcrisis van 2008 weten we wat zo’n zwarte zwaan is. Het is een onvoorzienbare, onaangekondigde gebeurtenis, die jouw of ons lot ingrijpend verandert. Voor de een was het de corona- of kredietcrisis; voor een ander de Tweede Wereldoorlog, de olieboycot van 1973 of de beurskrach van 1987. Als zo’n donderslag bij heldere hemel je verplettert, dan noemt Taleb je een kalkoen: ook die vertrouwde op zijn dagelijks voedsel. Tot het slagersmes toesloeg ...
De datum waarop een zwarte zwaan overvliegt, is per definitie onvoorspelbaar, al is er altijd wel iemand die achteraf beweert het te hebben voorzien. Misschien kan die ons ook even helpen aan de datum van de volgende pandemie, oorlog, klimaatramp, meteorietinslag, of stijging van de levensverwachting tot 150 jaar. Plus inzicht in de gevolgen ervan voor gewone mensen zoals jij en ik. Maar dat kan niemand. De toekomst is ongewis. Toch leven we alsof welvaart per definitie groeit. Op basis van dit geloof heeft het economisch denken zich de afgelopen drie à vier decennia als een virus onder burgers verspreid. Geld mag niet ‘verpieteren’ op een spaarrekening of in je eigen woning, denken we. Het moet renderen in een hefboombelegging, verhuurd pand, cryptomunten, een dure studie of een met leningen gepimpte eigen stulp. We denken dat de risico’s van optimalisering voorspelbaar zijn. Tot het mis gaat.
Winst maximaliseren vermindert je rampenbestendigheid, omdat je geen risicovrije buffers meer hebt. Moeder Natuur weet dat maar al te goed. Royaal voorzag ze de mens van twee nieren, twee longen, twee ogen en oren en veel meer hersencellen dan strikt nodig is. Dat zou een econoom nooit toestaan! Hij zou gaan reorganiseren, snoeien en outsourcen. Minimaal één nier ging eruit. Misschien wel twee, om ze in te huren als het nodig was. Ook de efficiency van ogen en longen werd opgekrikt. Die onderbenut je schandalig als je slaapt. Dan kun je ze toch beter verhuren? Natuurlijk niet. Overtolligheid biedt extra zekerheid. Verlies je een nier, dan fungeert de tweede als reserveonderdeel. Iedereen snapt dat. Maar draait het om geld – ook behoorlijk onmisbaar - dan gaan we vaak kritiekloos op de economentoer. Met alle gevolgen van dien. Je kan grote financiële tegenvallers vermijden als je, daar waar nodig, eens lekker oneconomisch denkt, doet en leeft. En dat doe je zo:
Financiële flexibiliteit: sterker dan elk strak plan
Je financiële toekomst is – zeker als je jong bent - onvoorspelbaar als het weer in april. We gaan scheiden, emigreren, ondernemen of failliet. Ook gezinsuitbreiding, ziekte, baanverlies of nieuwe (fiscale) regels kunnen veroorzaken dat een financiële planning sneller rijp is voor de afvalbak dan verse vis. Dus in plaats van je financiële leven krampachtig af te stemmen op een prognose, is het logischer en relaxter als je het omgekeerde doet: probeer en leer je leven aan te passen aan je financiële eb en vloed.
Stop met optimaliseren, start met robuuste reserves opbouwen
Vaak wordt gedacht dat geld niet hoort te luieren op een spaarrekening. Het moet optimaal ‘werken’ in een belegging, pensioen of een verhypothekeerd eigen huis. Dat kan natuurlijk goed gaan. Tot het leven – zoals vaak - een onverwachte route neemt. Je verkleint of voorkomt problemen door te bouwen aan een robuuste levensreserve. Dat is bijvoorbeeld een pot geld op de bank, in beleggingen, een eigen huis en/of bedrijf. Of expertise die om te zetten is in geld.
Zo’n privé-buffer versterkt ook onafhankelijkheid. Want een (paar) ton op de bank of in je huis doet iets met je.
Zo’n persoonlijke oorlogskas is multi-inzetbaar, en vervangt (deels) een eindeloze reeks specifieke geldproducten zoals een pensioenaanvulling, studiereserve, overlijdensrisico-, arbeidsongeschiktheids- of uitvaartpolis, een potje voor een verbouwing, wereldreis, schenkingen aan kinderen of wat dan ook. Zo’n privé-buffer versterkt ook onafhankelijkheid. Want een (paar) ton op de bank of in je huis doet iets met je. Als de hypotheekrente stijgt, slaap je als een roos in je (grotendeels) afbetaalde woning. En als je auto het begeeft, betaal je een nieuwe uit je pechreserve. Verlies je je baan, dan begin je voor jezelf. Alleen zo kun je leven zoals het is bedoeld: onafhankelijk, flexibel, redelijk zorgeloos en niet te duur. Deze aanpak bespaart ook nog advieskosten. Wat wil je nog meer?