Spaargeld is een veilige optie als we ervan uitgaan dat banken niet failliet gaan. Toen dergelijke faillissementen in 2008 dreigden, grepen de overheden ook in. De meeste banken werden gered en spaarders konden weer rustig ademhalen. Als banken door gebeurtenissen in de economie weer in de problemen raken, is het maar de vraag of de overheden weer dergelijke reddingsoperaties opzetten. Misschien zijn er op dat moment wel hele domme politieke leiders aan te bewind. Gelukkig is er het Depositogarantiestelsel: per persoon, per bank garandeert De Nederlandse Bank €100.000 spaargeld.
Bij die veiligheid hoort wel een kanttekening. Twee zaken zorgen ervoor dat je per saldo achteruit kachelt met geld op een spaarrekening. Ten eerste de inflatie. We zien al jaren dat de spaarrente lager is dan de inflatie. Stel, je hebt €200.000 gestald op spaarrekeningen waar je 2% rente op ontvangt. Bij een inflatie van 2,5% wordt de koopkracht van het spaarkapitaal ieder jaar een beetje minder. Je ging ervan uit dat je met het kapitaal op je oude dag de boodschappen, het onderhoud aan je huis en jaarlijks een cruise zou kunnen betalen. Uiteindelijk zijn die zaken misschien zoveel duurder geworden dat het geld op je 75ste op is. Zo is bij een jaarlijkse inflatie van 2,5% de koopkracht van je zuurverdiende euro na 30 jaar gehalveerd. Als de inflatie naar 5% gaat, is dit al na 13 jaar het geval. Bij sparen weet je ongeveer wat je in euro’s opbouwt, maar niet wat je in de toekomst voor die euro’s kunt kopen. Dat is de onzekerheid waar de spaarder mee te maken heeft.
Heb je meer dan 10 jaar de tijd dan doe je er verstandig aan beleggen in aandelen en vastgoed te overwegen. Je loopt dan weliswaar het risico van koersdalingen, maar de ervaring leert dat markten ook weer een krachtig herstel laten zien. Alleen kan dat soms even duren. Daarom moet je niet beleggen met geld dat je in de komende 10 jaar nodig hebt. Dat geld zet je weg in sparen, deposito’s of je belegt het in obligaties van hoge kwaliteit. Wil je iets meer comfort? Verleng de veilige termijn dan met een aantal jaren, bijvoorbeeld van 10 naar 15. Meer dan 20 jaar heeft weinig zin. Bij deze zekerheid wordt gemakshalve verondersteld dat de inflatie binnen de perken blijft.
Niet alleen de inflatie neemt happen uit de koopkracht van het spaargeld. Ook de fiscus zet gretig zijn tanden erin
Laten we het eens doorrekenen. We gaan uit van 2,5% inflatie en een heffing in box 3 van effectief 0,5%. Per saldo drukt dan 3% per jaar op de rentebaten van 2%. Het gevolg is dat de koopkrachtwaarde langzaam maar zeker terugloopt. Na 10 jaar resteert nog 90% en na 20 jaar nog 82%. Wat nu als je de ruimte hebt om de helft van het spaargeld te beleggen? Laten we daarbij uitgaan van een beleggingsrendement van gemiddeld 8% per jaar. Wij rekenen over de beleggingen met gemiddeld 1,5% heffing in box 3. Na 10 jaar leidt die mix van sparen en beleggen naar een groei in koopkrachtwaarde van 19% en na 20 jaar is het zelfs 50%. In plaats van verlies van koopkracht door een gebrek aan rendement is er winst aan koopkracht door een overschot aan rendement. We beleggen in dit voorbeeld ook niet meer dan de helft van het initiële spaargeld. Natuurlijk kunnen we niet garanderen dat je die beleggingsrendementen gaat halen. Maar zet dat risico dan wel af tegen het min of meer gegarandeerde verlies aan koopkracht door te sparen. Zolang de beleggingen gemiddeld 1% meer opleveren dan de spaarrente ben je beter af met beleggen.
Met pensioengeld werkt het iets anders. Wie start met het opbouwen van pensioen heeft vaak nog heel veel jaren te gaan. Die eerste euro’s aan premie kunnen 40 tot 50 jaar renderen voordat je het kapitaal omzet naar pensioen. Als je meer dan 20 jaar te gaan hebt richting pensioendatum, is er veel voor te zeggen om alles in aandelen te beleggen. Naarmate de pensioendatum verder nadert, is er minder tijd om eventuele koersdalingen van aandelen goed te maken. Je wil niet het risico lopen dat opeens een derde van je pensioenkapitaal verdampt op het moment dat jouw uitkering moet gaan starten. Veel aanbieders van pensioen- en lijfrenteproducten in beleggingen bieden daarom de mogelijkheid om automatisch het risico af te bouwen in die laatste jaren. Zo bouw je langzaam maar zeker een steeds groter veilig deel op in obligaties maar profiteer je ook van de hogere beleggingsrendementen. Op de ingangsdatum heb je overigens ook nog een heel aantal uitkeringsjaren voor de boeg. Daarom is (deels) doorbeleggen met het pensioen- geld helemaal geen gekke optie.
Het risico van beleggen is koersdaling, het risico van sparen de inflatie. Inflatie heeft alles te maken met schulden van overheden. Te veel overheidsuitgaven blazen als het ware de economie op en hebben tot gevolg dat niet alles kan worden geproduceerd. Ondernemingen kunnen daardoor hun prijzen verhogen. Wij hebben in Nederland de euro. De veel te hoge staatsschulden van Frankrijk, Italië en Spanje zijn van invloed op de koopkracht van onze munt. Duitsland was altijd het toonbeeld van soliditeit, maar laat nu ook de teugels vieren. Veel wijst erop dat overheidsuitgaven de komende tijd fors zullen stijgen als gevolg van defensie, energietransactie, infrastructuur en zorg. De Europese Unie heeft aangegeven dat alles op alles moet worden gezet om een verdere achterstand op de VS te voorkomen en China voor te blijven. Ter financiering van de innovatie zouden grote bedragen moeten worden geleend. Ook de vergrijzing zet een enorme druk op de overheidsuitgaven. Dit hoeft niet tot gevolg te hebben dat overheden de rente en aflossing op hun schulden niet meer zullen kunnen betalen. De door de uitgaven van de overheden veroorzaakte inflatie is voor diezelfde overheden aantrekkelijk, omdat ze daardoor veel makkelijker de rente en aflossing op kunnen brengen. Inflatie is in koopkracht gemeten niets anders dan schuldenreductie, waarbij de spaarder de dupe is.
Willen wij hiermee zeggen dat je in afwijking van de conventionele wijsheid al je geld maar in aandelen of vastgoed moet stoppen? Beslist niet, wij willen er alleen op wijzen dat door veranderde omstandigheden sparen en obligaties minder financiële zekerheid bieden dan nog steeds wordt gedacht.
Bij FiscAlert denken wij dat het adagium spreiding nog steeds geldt. Misschien moeten we ietsje minder sparen dan we altijd deden. Spreiden tussen aandelen en vastgoed. Ook spreiden bij het beleggen in aandelen. Dat kan perfect met indexbeleggen. Probeer in deze krankzinnige tijd in ieder geval het hoofd koel te houden.
Wil je meer weten over indexbeleggen? Ga dan naar ons 'Dossier Indexbeleggen'.