Tekst: Kapé Breukelaar
Vorige week bracht DNB naar buiten dat huishoudens inmiddels een bedrag van €200 miljard hebben belegd in effecten. Eén dag eerder waarschuwde DNB voor de risico’s van beleggen. Ik ging daarom weer eens grasduinen bij het CBS met een simpele vraag: waar hebben we het eigenlijk over?
BELEGGINGEN
Eind 2024 hadden huishoudens een bedrag van €174 miljard belegd in effecten. De CBS cijfers gaan terug naar 2006. Die laten zien dat het bedrag in effecten toen nog €150 miljard was. De toename is dus slechts 0,8% per jaar geweest. Ook met de huidige €200 miljard kom ik niet verder dan 2% jaarlijkse groei sinds 2006.
ONTTROKKEN
Wat als die €150 miljard in 2006 was belegd in een mix van 50% aandelen en 50% obligaties? Na 18 jaar was het eindkapitaal dan met 5,7% per jaar gegroeid naar €409 miljard. Per saldo lijkt er dus geld onttrokken te zijn aan de beleggingen.
Mogelijk is een deel van de beleggingen vanuit privé ingebracht in BV’s. Dat was (niet altijd terecht) populair vanwege de hoge box 3 heffing. De waarde die is ingebracht in BV’s zit nu in het bedrag bij Onderneming en BV.
MINDER BELEGGERS
Het percentage huishoudens met beleggingen in effecten is tussen 2006 en 2024 gedaald van 26,4% naar 19,3%. De gemiddelde belegde waarde per beleggend huishouden nam toe, van €81.000 naar €108.800. De mediane waarde steeg minder sterk, van €14.200 naar €15.000.
TOTAAL
Het totale eigen vermogen van huishoudens was €2.755 miljard per eind 2024. Aan bezittingen hadden we €3.770 miljard en aan schulden €1.015 miljard. Beleggingen in effecten waren dus slechts 6,3% van het eigen vermogen. De pot met spaargeld was €237 miljard, per saldo 8,6%. Ik heb daar de overige schulden (waaronder studieschulden) van afgetrokken.
WOONHUIS
Trek je de hypotheken van de woningwaarde af, dan resteert €1.373 miljard aan overwaarde. De overwaarde is bijna 50% van het eigen vermogen. Sinds 2006 groeide die overwaarde met 5,3% per jaar. Ook het percentage huishoudens met een eigen woning groeide, van 53,4% in 2006 naar 56,0% in 2024.
Die huishoudens met een koopwoning zagen de mediane overwaarde flink stijgen, van €108.600 in 2006 naar €241.400 in 2024. Het verklaart een wezenlijk deel van de stijging van het mediane vermogen in die jaren. Dat bedrag klom (voor alle huishoudens) van €33.100 naar €163.200.
HOOFD- en BIJZAAK
Beleggingen in effecten spelen slechts bij 1 op de 5 huishoudens en het mediane bedrag laat zien dat het niet gaat om heel grote bedragen. Een crash op de beurs heeft gemiddeld dan ook een geringe impact voor de huishoudens. Het psychologische effect zal groter zijn.
Een daling van de woningprijzen met 4% heeft voor het vermogen van de huishoudens net zoveel impact als een daling van de effecten met 50%.
Daar heb ik DNB recent niet over gehoord.
