U kunt deelnemen in drie obligatieklassen met rendementen die oplopen van 7% (inleg € 15.000) tot 8,25% (inleg € 100.000). De verwachte looptijd is steeds vijf tot zeven jaar en men heeft € 10 miljoen nodig. Het spel dat deze aanbieder speelt is relatief eenvoudig als je het prospectus leest. Men gaat deelnemen in minimaal twee en maximaal vijf overnames. De koopsom van de bedrijven is gemiddeld vijf keer het bedrijfsresultaat. De overnames moeten voldoen aan de Regeling Groeifaciliteit. Die regeling garandeert 50% van het door obligatiehouders gefourneerde geld. Dat klinkt heel mooi, maar ik lees dat men er naar streeft zoveel mogelijk van de regeling gebruik te maken. Het is dus niet zeker en het is ook geen harde voorwaarde.
Dan de cijfers. Uit het prospectus is op te maken dat de aanbieders zelf een bedrag van € 18.000 inbrengen, naast de € 10 miljoen van beleggers. Van die € 10 miljoen gaat direct € 1 miljoen (!) op aan kosten en er wordt ook nog € 1 miljoen aangehouden in kas. Uiteindelijk blijft dus € 8 miljoen over voor overnames. De rekensommen zijn vervolgens wel erg eenvoudig. Bij iedere overname zal van de koopsom 20% van het MKB Obligatiefonds komen, 60% geleend worden bij de bank en de verkopende MKB ondernemer zal 20% van de koopsom als vordering houden. Men gaat er van uit dat de bank genoegen neemt met een rente van 6% en de verkoper met 5%. Dat is krap berekend. Natuurlijk levert de prognose prachtige getallen op, maar deze aanbieder rekent wel erg simpel.