Ten eerste krijgt u een hoofdsomgarantie na tien jaar. Dat lijkt aantrekkelijk maar normaal gesproken verliest u toch het nodige aan koopkracht door de invloed van inflatie. Door naar de tweede eigenschap, want het aardige is dat dat probleem wordt oplost: na tien jaar krijgt u de nominale waarde uitgekeerd, plus een inflatiecorrectie die is gekoppeld aan de HCIP, een pan-Europese inflatie-index. Dat geeft de prettige zekerheid dat de nominale waarde minimaal de koopkracht behoudt.
Komen we op de derde eigenschap, het extra rendement. Daarvoor moet de 100% koppeling aan een viertal beursindices zorgen, te weten de DJ Eurostoxx 50 index (Europa, 40%), de S&P 500 index (Verenigde Staten, 30%), de Nikkei index (Japan, 20%) en de Hang Seng index (Hong Kong, 10%). De koppeling aan dit mandje indices is 100% maar kent de laatste twee jaar wel een middeling. Dat doet men door bij aanvang van het negende jaar looptijd de stand van de indices te meten. Dat wordt ieder kwartaal herhaald. Het gemiddelde van deze negen metingen bepaalt de eindwaarde van het indexmandje en daarmee ook de eindafrekening. Is de inflatieindex meer gestegen dan de aandelenindices, dan bepaalt die de eindwaarde van dit product.