Ieder kwartaal wordt een nieuwe tranche van dit fonds opengesteld. Na afloop van het kwartaal krijgt u minimaal uw inleg weer terug. Om de garanties te kunnen nakomen wordt het grootste deel van de inleg op een deposito gestort. Als we uitgaan van een depositorente van 3% op jaarbasis moet men ongeveer 99,25% op deposito zetten voor het nakomen van de garantie. Met het resterende geld worden opties aangekocht. Voor de selectie van de opties gebruikt fondsbeheerder Jan Sytze Mosselaar een model dat de meest kansrijke opties selecteert.
De keuze aan aandelenopties is beperkt tot callopties op de AEX, op de Eurostoxx 50-index en op een commodity-index. Voor de opties op obligaties — die bestaan namelijk ook — geldt dat zowel in calls als puts belegd mag worden. De opbrengst van het deposito en de opbrengst van de opties wordt vervolgens aan het einde van het kwartaal aan u als belegger uitgekeerd. Tussen januari 2003 en januari 2006 heeft dat een rendement opgeleverd dat over deze drie jaar in totaal ongeveer 4% hoger is dan wanneer de rente was bijgeschreven op basis van het Euribor-tarief. Indrukwekkend wie dat afzet tegen de rente op een deposito. In de jaren 1999 tot en met 2002 zien we echter iets minder goede resultaten. Zo was over het jaar 2000 het rendement slechts 1,46%.