De obligaties, zo lees ik, worden gebruikt voor de financiering van een pand met parkeerplaatsen nabij het centrum van Eindhoven. Het pand is verhuurd aan Pro Rail en Spirit IT. Een deel van de 71 parkeerplaatsen is bovendien verhuurd aan het nabijgelegen KPMG. Koper van het pand is een commanditaire vennootschap (cv). Die wordt gefinancierd met € 500.000 eigen vermogen, een achtergestelde lening van € 500.000 èn de hier besproken obligatielening van € 1,6 miljoen. De koopsom van het pand bedraagt een overzichtelijke € 2.240.000. Het restant gaat op aan overdrachtsbelasting (€ 134.400) en voor de eerste kosten en een liquiditeitsreserve tezamen wordt € 225.600 gereserveerd.
Hoe een en ander is opgedeeld blijft onduidelijk. Als afnemer van de obligatie krijgt u een rente van 4,75% gedurende tien jaar en bovendien het recht van eerste hypotheek. Tussentijds wordt niet afgelost en hoe men aan het einde wil aflossen wordt mij na lezing van de 99 pagina’s ook niet duidelijker. De achtergestelde lening kent een rente van 6,75% per jaar en is gedekt met het recht van tweede hypotheek. De rentelasten van beide leningen samen komen daarmee uit op € 109.750 per jaar. Dat bedrag moet uit de huur worden opgebracht en die bedraagt maar liefst € 239.000, op jaarbasis.