Die bieden immers de nodige voordelen, zoals daar zijn een grote spreiding van de portefeuille, dagelijkse verhandelbaarheid van de aandelen en een veel lager risicoprofiel. Een mooi voorbeeld is het beursgenoteerde Wereldhave. Medio 2007 had dit fonds bijna € 2,7 miljard aan vastgoed in portefeuille. Daarnaast had dit bedrijf nog voor € 42 miljoen aan vastgoed in ontwikkeling. Met 67% eigen vermogen en 33% vreemd vermogen is dit fonds op veel minder risicovolle wijze gefinancierd dan de gemiddelde vastgoed-cv die werkt met twee keer zoveel vreemd vermogen.
Wellicht dat de koersontwikkeling u tegenhoudt, want ten opzichte van de hoogste koers van € 118 in april 2007 is er een duizelingwekkende daling gemaakt. Niet vreemd, want de werkelijke, intrinsieke waarde per aandeel — de waarde van het vastgoed minus de schulden gedeeld door het aantal aandelen — bedraagt € 86. Beleggers die tegen € 118 kochten betaalden dus bijna 40% te veel. De les van deze maand is dus om bij dit soort fondsen de beurskoers altijd af te zetten tegen de intrinsieke waarde om te bekijken of de koers niet te hoog is.