Wie alleen bank- of spaartegoeden heeft, ontvangt wel een definitieve aanslag over 2023. Daarmee dreigt in het box 3-dossier een nieuw pijnpunt te ontstaan. Als deze spaarders niet binnen 6 weken bezwaar maken tegen hun aanslag, komen zij, naar het zich nu laat aanzien, niet in aanmerking voor compensatie als de box 3-heffing te hoog is. Tijdens een recent commissiedebat over box 3 is aan staatssecretaris Van Rij gevraagd of hij bereid is om alle definitieve aanslagen met een box 3-vermogen aan te houden of, als hij niet bereid is zo ver te gaan, om de onherroepelijke uitspraak van de rechter ook van toepassing te verklaren op de groep spaarders. Van Rij geeft echter aan dat het kabinet om financiële redenen geen automatische compensatie wil toezeggen voor niet-bezwaarmakers. Ook verwacht hij dat niet veel spaarders bezwaar willen maken tegen het forfaitaire rendement van 0,92%. Hij voelt er daarom niet voor om toezeggingen te doen om de rechtspositie van spaarders te beschermen. Daarmee ontstaat er onderscheid tussen spaarders en mensen met overig vermogen. Bij de laatste groep wordt immers wel gewacht met het opleggen van definitieve aanslagen. Kortom spaarders moeten extra alert zijn. Lang niet elke spaarders zal gemiddeld 0,92% rendement hebben gemaakt in 2023. Denk bijvoorbeeld aan mensen die een groot deel van hun geld op hun betaalrekening hebben staan. Of mensen die veel geld hebben ondergebracht bij de grootbanken.
Had je op 1 januari 2023 alleen banktegoeden (zoals betaalrekeningen, spaarrekeningen, deposito's, aandeel in het vermogen van de VvE)? Maak dan tijdig (binnen 6 weken na dagtekening) bezwaar als je een aanslag krijgt en minder rendement gemaakt hebt dan 0,92% op je spaargeld. Dat kan met ons 'Modelbezwaarschrift box 3 spaarders'. Zie ook ons nieuwsbericht 'Spaarders let op je aanslag!'.