Artikelen

Hoge Raad haalt streep door box 3

Hoge Raad haalt streep door box 3

Goed nieuws voor beleggers: de Hoge Raad heeft beslist dat beleggers in box 3 alleen belasting hoeven te betalen over het werkelijke rendement dat zij hebben behaald als dat lager is dan het forfaitaire rendement! Dat betekent dat de Belastingdienst miljarden box 3-heffing moet gaan terugbetalen aan beleggers. Het gaat om betaalde box 3-heffing door mensen die meer hebben dan alleen banktegoeden. Er mag bij hen namelijk maximaal over het werkelijke rendement geheven worden. Dat blijkt uit belangrijke uitspraken van de Hoge Raad van 6 juni 2024

Wat is er aan de hand? Het belaste forfaitaire rendement kan hoger uitpakken dan het werkelijke rendement. Dat was eind 2021 aanleiding voor de Hoge Raad (kerstarrest) om een streep te halen door de toen geldende regels voor belastingheffing in box 3. Het forfaitair rendement was destijds niet afhankelijk van de werkelijke samenstelling van je vermogen maar gebaseerd op rendementen van een fictieve beleggingsmix. Die heffing is discriminerend concludeerde de Hoge Raad toen. Vervolgens werden de regels voor de belastingheffing in box 3 aangepast. Er kwam een apart forfait voor banktegoeden, voor overig vermogen en voor schulden. De Hoge Raad heeft zich nu gebogen over de vraag of die aanpassing het probleem dat in het kersarrest werd geconstateerd oplost. De Hoge Raad oordeelt van niet: de box 3-heffing is nog steeds discriminerend. De aangepaste box 3-heffing schendt het verdragsrechtelijke discriminatieverbod (artikel 14 EVRM) en het eigendomsgrondrecht (artikel 1 Eerste Protocol bij dat verdrag) als het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. Er is verschil in behandeling tussen succesvolle en minder succesvolle beleggers. Dit verschil in behandeling wordt niet gerechtvaardigd door de belangen die de wetgever heeft willen dienen. Uit de uitspraken van de Hoge Raad komt het volgende naar voren:

Als je alleen banktegoeden en geen overig vermogen hebt

De Hoge Raad is van oordeel dat het probleem dat geconstateerd werd in het kerstarrest voor deze groep doorgaans is opgelost. Het forfaitaire rendement op banktegoeden benadert in de regel het werkelijke rendement. Is jouw rendement echter wel lager dan het forfaitaire rendement? Overweeg dan om bezwaar te maken als je een aanslag ontvangt. Je kunt hiervoor ons 'Modelbezwaarschrift box 3 spaarders' gebruiken.

Als je naast banktegoeden ook overig vermogen hebt

Dan is er sprake van schending van het EVRM en protocol als het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. De omvang van het verschil maakt niet uit. Dit geldt dus ook bij een klein verschil en geldt zowel onder de Herstelwet als onder de Overbruggingswet. Met andere woorden dit geldt zowel voor de jaren 2017 tot en met 2022 als voor 2023 en verder.

Is jouw werkelijke rendement lager dan het forfaitaire rendement? Heb je nog geen definitieve aanslag ontvangen of is je bezwaarschrift aangehouden? 
Je moet wachten op nader bericht van de Belastingdienst. De Belastingdienst gaat een brief sturen aan iedereen voor wie de uitspraak gevolgen heeft. Het is vervolgens aan jou om met behulp van het digitale formulier ‘Opgaaf werkelijk rendement’ aan te tonen dat je werkelijke rendement lager was. Dat formulier komt te zijner tijd beschikbaar op www.belastingdienst.nl  ▶ Mijn Belastingdienst.

De Belastingdienst is in april 2023 gestopt met het opleggen van definitieve aanslagen en het afhandelen van bezwaarschriften box 3 van mensen die meer hebben dan banktegoeden. Heb je vóór die tijd een definitieve aanslag ontvangen over een van genoemde jaren en is een eventueel bezwaar niet aangehouden? 
Dan geldt dit arrest (nog) niet voor jou. Er loopt echter nog een zaak over de rechten van niet-bezwaarmakers.

Is je werkelijke rendement hoger dan het forfaitaire rendement?
Geen nood. Je betaalt alleen belasting over het forfaitaire rendement. Pas op het moment dat er een nieuwe wet is waarin iedereen belasting gaat betalen over het werkelijke rendement zal er ook bij jou belasting worden geheven over het werkelijke rendement. Die wet is er echter pas op zijn vroegst per 2027. Er zijn echter twijfels of die datum wel gehaald wordt.

Werkelijk rendement

Om aan te tonen dat je werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire moet je natuurlijk wel weten wat daar precies onder valt. De Hoge Raad heeft daarover in zijn arrest van 6 juni 2024 ook duidelijkheid gegeven. Rechtseenheid en rechtszekerheid zijn namelijk belangrijk, aldus de Hoge Raad. Daarbij moet worden gekeken naar het hele vermogen in box 3, dus inclusief banktegoeden. Onder werkelijk rendement valt:

  • Voordelen die uit vermogen worden getrokken (denk aan rente, dividend en huur)
  • Waardeveranderingen zowel positief als negatief (inclusief ongerealiseerde waardeveranderingen)
  • Met kosten wordt geen rekening gehouden
  • Er wordt wel rekening gehouden met rente van schulden die tot box 3 vermogen behoren
  • Er wordt geen rekening gehouden met positieve of negatieve rendementen uit andere jaren (dus geen verliesverrekening)
  • Bij de bepaling van het rendement is alleen het nominale rendement van belang, er wordt dus geen rekening gehouden met inflatie

De Hoge Raad heeft hiermee zoveel mogelijk aan willen sluiten bij het rendementsbegrip dat wetgever voor ogen heeft gestaan bij de vormgeving van het forfaitaire box 3-stelsel.
Overigens is het de bedoeling dat het formulier ‘Opgaaf werkelijk rendement’ je stap voor stap helpt met het bepalen van het werkelijke rendement. 

Rente over teruggaaf box 3?

Bij de vermindering van de aanslag wordt op grond van de Nederlandse fiscale wetgeving geen rente vergoed door de Belastingdienst. Als regel is dat volgens de Hoge Raad niet in strijd met het EVRM. Meestal zal er daarom geen recht bestaan op rentevergoeding.

De Belastingdienst zal het formulier ‘Opgaaf werkelijk rendement’ aan de hand van deze uitspraken eerst verder afronden. Voor nu kun je en hoef je dus geen actie te ondernemen. Wacht op bericht van de Belastingdienst en volg de berichtgeving op deze site.