Er lopen nog diverse procedures over de belastingheffing in box 3. Voor de belastingheffing in box 3 gaan de rechtbanken en gerechtshoven nog steeds uit van heffing over het werkelijk behaalde rendement als dat lager is dan het forfaitaire rendement. Dat doen ze naar aanleiding van het zogenaamde Kerstarrest van de Hoge Raad van december 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1963). Daarin oordeelde de Hoge Raad dat de in 2017 ingegane wettelijke regels in strijd zijn met het discriminatieverbod en het eigendomsrecht van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Het laatste woord in de lopende procedures is aan de Hoge Raad. Voorafgaand aan de uitspraak van de Hoge Raad heeft de advocaat-generaal (AG, adviseur van de Hoge Raad) een zeer interessant advies uitgebracht aan de Hoge Raad (ECLI:NL:PHR:2024:1). De AG is het eens met de rechtbanken en gerechtshoven: de heffing in box 3 is ook na de aanpassingen die zijn gedaan in de zogenaamde Herstelwet (aanpassing van de regels voor box 3 voor 2017-2020) nog in strijd met het Europese eigendomsrecht als het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. In dat geval moet het werkelijk rendement toegepast moet worden. De AG heeft vervolgens ook aangegeven wat er volgens hem dan precies onder dat werkelijk rendement moet worden verstaan. Daarover zegt hij:
- Het gaat om nominale bedragen en rendementen, waarbij geen rekening wordt gehouden met inflatie.
- Voor een goede vergelijking tussen het werkelijke rendement en het forfaitaire rendement moet gekeken worden naar álle vermogensbestanddelen.
- De vergelijking tussen het forfaitaire rendement en het werkelijke rendement moet elk jaar gemaakt worden.
- Voor de berekening wordt geen rekening gehouden met verliezen uit eerdere jaren.
- Niet-gerealiseerde winsten (redactie: bijvoorbeeld de waardestijging van onroerend goed) tellen ook mee voor de berekening van het rendement.
- Bij de berekening wordt ook rekening gehouden met de kosten.
- Voor de berekening van het rendement wordt geen rekening gehouden met het heffingsvrij vermogen.
Meer informatie is te vinden in het nieuwsbericht van de Hoge Raad. We weten nog niet wanneer de Hoge Raad een definitieve beslissing neemt. En we moeten natuurlijk ook nog afwachten of het advies wordt opgevolgd. De vooruitzichten lijken gunstig voor belastingbetalers bij wie het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. Behalve voor de jaren 2017-2020 is de uitspraak ook van belang voor de jaren daarna waarin immers is voortgeborduurd op de aanpassingen die voor 2017-2020 zijn gedaan. De Belastingdienst is al bezig met de voorbereidingen voor heffing over het werkelijk rendement (zie ons nieuwsbericht).