De Belastingdienst mag de waardestijging van een vakantiewoning meetellen bij de berekening van het werkelijk rendement op het box 3-vermogen (ook als deze niet verkocht is). Dat volgt uit de Hoge Raad-uitspraak van 6 juni, en is toegepast in nieuwe uitspraken van de Hoge Raad op 14 juni 2024 (ECLI:NL:HR:2024:857, ECLI:NL:HR:2024:860). De Hoge Raad verduidelijkt de manier waarop dat moet gebeuren nog wel: voor het vaststellen van de waardestijging moet je uitgaan van de WOZ-waarde. Helaas is er nog geen duidelijkheid over de vraag of er bij de berekening van het werkelijk rendement ook een waarde toegekend moet worden aan het eigen gebruik.
De waardestijging van de vakantiewoning zal in een kalenderjaar overigens alleen worden belast in box 3 als er wordt gekozen voor heffing over het werkelijk rendement. En dat gebeurt alleen als jij aantoont dat je werkelijk rendement op je totale box 3-vermogen lager is dan het forfaitaire rendement.