In vermogensbeheer worden de termen ‘offensief’ en ‘defensief’ gebruikt voor beleggingsprofielen. ‘Offensief’ betekent beleggen in risicovolle aandelen en ‘defensief’ staat voor risicomijdende obligaties. Je kiest voor obligaties om er zeker van te zijn dat je geld er nog is, als je het nodig hebt en niet zozeer om een goed rendement mee te behalen. Helaas zijn er veel vermogensbeheerders die proberen klanten te verleiden door de rendementen van hun defensieve profielen een beetje op te krikken. “Kijk, zelfs in ons risicomijdende profiel scoren we een mooi rendement!”, schrijven ze. Dat gebeurt natuurlijk door ‘stiekem’ meer risico te nemen dan je zou verwachten bij obligaties, bijvoorbeeld door in risicovollere ‘bedrijfsobligaties’ te beleggen. Die risicovollere obligaties doen het lekker als het goed gaat op de beurs. Een defensief portfolio behaalt dan een verrassend goed rendement. Maar als je dat ziet, moeten eigenlijk alle alarmbellen afgaan.
Bij mooie rendementen in een defensief profiel moeten je alarmbellen afgaan
In slechtere beurstijden presteren dergelijke obligaties namelijk in de regel echt veel slechter. Zoals beursgoeroe Warren Buffet al zei: “When the Tide Goes Out, You Find Out Who is Swimming Naked.” Obligaties moeten ingezet worden waarvoor ze bedoeld zijn: risico mijden. En niets anders.