Het is logisch dat vertegenwoordigers of servicemonteurs een auto van de zaak hebben. Voor anderen is het gewoon een beloningsvorm, een secundaire arbeidsvoorwaarde. De keerzijde is de forse fiscale bijtelling. Die is niet afhankelijk van het échte privégebruik.
De standaardbijtelling voor een auto van de zaak bedraagt 22% van de cataloguswaarde. Voor elektrische auto’s is deze in 2025 17% over €30.000 en 22% over het meerdere. Vanaf 2026 is de bijtelling voor elektrische auto's gelijk aan die van auto's met een verbrandingsmotor∶ 22% over de hele cataloguswaarde. Stel je rijdt in een benzineauto met een cataloguswaarde van €40.000, dan hebben we het over €8.800. Bij een belastingtarief van 37% kost je dit per jaar €3.256 en per maand €271 aan belasting. Voor zogenoemde youngtimers - auto´s ouder dan 15 jaar - geldt een afwijkende bijtelling: 35% over de huidige waarde. Bij een gereviseerde Saab met een actuele waarde van €5.000 is de bijtelling dus €1.750.
Forfait
De bijtelling is een forfaitaire regeling. Er wordt niet gekeken naar de werkelijke waarde van het privégebruik. Of je nou veel kilometers rijdt of weinig maakt in principe niet uit. Evenmin of je al dan niet zuinig rijdt. Het meest rechtvaardig zou volgens mij zijn dat de werkelijke kosten van de auto naar rato worden toegerekend aan de privékilometers. Dus stel de hiervoor genoemde auto van €40.000 kost inclusief waardevermindering op jaarbasis €10.000 en de werknemer heeft 12.000 zakelijke kilometers en 6.000 privékilometers gereden. Een derde van de kilometers is dus privé. De bijtelling zou dan een derde van €10.000 moeten zijn: €3.333. Heel wat minder dan de €8.800 waar de fiscus van uitgaat. Bij een extreem hoog privégebruik kan de fiscale bijtelling overigens juist zeer voordelig uitvallen. Bijvoorbeeld bij iemand die driemaal per jaar met de auto naar familie in Spanje rijdt.
Eerlijker systeem
Mijn systeem zou een registratie vergen van de gereden kilometers. Er is voor een forfait gekozen omdat de Belastingdienst onmogelijk de verdeling tussen de zakelijke en de privékilometers kan controleren. Zo’n regeling zou onwerkbaar, want te fraudegevoelig zijn. Alhoewel… door onze smartphones te volgen, zou de Belastingdienst die controle in theorie waarschijnlijk best met redelijke nauwkeurigheid kunnen doen. Maar dat is in strijd met de privacyregels. De meeste mensen willen niet worden gedwongen uitleg te geven over alle ritjes in de auto van de zaak.
Kilometers bijhouden
Sommige mensen moeten overigens wel al hun ritjes bijhouden. Dat zijn degenen die gebruik maken van de zogenoemde tegenbewijsregeling. Als je aantoonbaar minder dan 500 kilometer per jaar privé rijdt, is de bijtelling niet van toepassing. Dat vraagt in het algemeen een sluitende kilometeradministratie, die je in principe van dag tot dag moet bijhouden. In de praktijk werkt dit alleen maar als je naast de auto van de zaak een privéauto hebt.
Een bijtelling over het werkelijke privégebruik is eerlijker maar te fraudegevoelig.
Kilometers declareren
Een auto van de zaak wordt soms als fiscaal aantrekkelijke beloningsvorm gezien. Of dat terecht is, hangt van verschillende factoren af. Van belang is dat de werkgever niet de werkelijke kosten van de zakelijke kilometers met de privéauto fiscaal vrij mag vergoeden. Er geldt hiervoor een voorgeschreven bedrag van 23 cent per kilometer. Daarmee kun je in de meeste gevallen wel de brandstofkosten betalen maar niet de afschrijving van en het onderhoud aan de auto. Bij een auto van de zaak zijn alle kosten behalve de eigen bijdrage voor de baas. Die eigen bijdrage komt in mindering op de bijtelling. Om te bepalen of je als werknemer beter een hoger salaris kunt vragen dan een auto van de zaak, moet je een best ingewikkelde rekensom maken.
Auto van de ondernemer
Ook een ondernemer heeft te maken met de bijtelling voor de auto van de zaak, tenzij hij ervoor kiest deze niet tot zijn ondernemingsvermogen te rekenen. In dat geval mag hij 23 cent per zakelijk gereden kilometer van zijn belastbare winst aftrekken. De ervaring leert dat een nieuwe auto het beste op de zaak kan worden gereden en een tweedehands het beste privé.
Plannen voor 2027
De regering wil dat vanaf 2027 auto’s die de werkgever aan werknemer mede voor privégebruik ter beschikking stelt, emissievrij zijn. Daarom komt er een soort van strafheffing bij de werkgever ter hoogte van 12% van de cataloguswaarde voor auto’s met een verbrandingsmotor. De strafheffing van 12% over de cataloguswaarde geldt voor auto’s tot 25 jaar oud. Voor oudere auto’s gaat de strafheffing over de actuele waarde. Voor de bijtelling blijft de leeftijdsgrens van 15 jaar gelden.
Vanaf 17 september 2030 geldt de heffing ook voor auto’s die voor 2027 ter beschikking zijn gesteld. Voor de strafheffing wordt woon-werkverkeer, in afwijking van de algemene regel, wél als privégebruik aangemerkt. De strafheffing geldt voor werkgevers. Zelfstandigen die een personenauto ook privé gebruiken blijven wat dat betreft buiten schot. Voor hen blijft alleen de normale bijtelling van toepassing.