Terwijl half Nederland op 1 januari weer zweert meer te gaan sparen en sporten, struikelen de meesten in februari al over hun eigen goede voornemens. Veel wijzer: sta eens stil bij wat geld in 2025 werkelijk voor je deed – niet als cijfertjes, maar als ruilmiddel voor tijd, vrijheid en verlangens – en ontdek zo de diepere lessen over geld voor een financieel goed 2026.
Voor zo’n terugblik moeten we even de financiële diepte in, terug naar de basisvraag: is geld goed of slecht? Op deze kwestie heeft een hele stoet filosofen, economen en auteurs hun tanden stukgebeten, maar ze komen er niet uit. Want geld is een beetje als een ex: het kan je leven stabiliseren én ontwrichten, je rijk maken én kapot. Het brengt mensen dichter bij elkaar (diner op jouw kosten) of drijft ze uit elkaar (wie betaalt de rekening?). Het schept banen, paleizen, innovaties en vakanties, maar vernietigt ook beleggingsrekeningen en vriendschappen. Maar het gekste: geld werkt zelfs als je er niks anders mee doet dan erop zitten zoals een draak op zijn schat. Daar kun je dan dagdromen over jachten, wereldreizen of wraak op je baas. Dat maakt geld de ultieme belofte. Maar pas op, het kan soms plots veranderen in een zwaard van Damocles dat je portemonnee (en je nachtrust) doorklieft. Kortom: word het komende jaar baas over je geld, anders maakt het jou zijn knechtje. En niemand wil toch eindigen als de lakei van zijn eigen pinpas?
Belangrijk dus, je geld. Helemaal omdat we tegenwoordig leven in een meritocratie. Die benaming klinkt wetenschappelijk, maar het betekent gewoon: presteer en excelleer je uit de naad, of zak geruisloos weg in middelmatigheid. Slaag je erin om uit te blinken, dan word je gekroond tot mini-koning of -koningin: mensen lachen om je flauwe grappen en nodigen je uit op de beste feestjes. Je hebt status en je doet ertoe. Maar laten we eerlijk zijn: in onze wereld met acht miljard medemensen is zo’n hoofdrol slechts weggelegd voor een handjevol rocksterren, techmiljardairs, topsporters en virale kattenfilmpjes-makers. De rest van ons kampt stiekem met wat de Zwitsers-Engelse filosoof Alain de Botton ‘statusangst’ noemt. Dat is de knagende angst dat je net niet indrukwekkend genoeg bent om respect af te dwingen, alsof je een vergeten sok in de wasmachine bent.
Geld belooft dat je aan statusangst kunt ontsnappen: Verdien gewoon bakken geld en pronk met materiële trofeeën, zoals een vette auto, een villa met zwembad en designer-tassen die schreeuwen: “Kijk eens hoe succesvol en bijzonder ik ben!” Maar helaas: er is áltijd wel een buurman met een nóg dikkere BMW, een collega met een nóg groter jacht of een influencer met nóg meer likes. De echte topstatus is gewoon niet te koop, hoe hard je ook zwaait met je gold card. Wie het toch blijft proberen, eindigt als slaaf van zijn eigen portemonnee: eeuwig rennend naar “meer, meer, meer”, terwijl het geld lachend de baas speelt.
Dat klinkt als een sombere Nieuwjaarsgedachte, alsof geld ons allemaal tot willoze zombies maakt. Maar hoera, er is licht aan het eind van de portemonnee! De Amerikaanse financieel psychologe Kathleen Gurney (oprichtster van de Financial Psychology Corporation) beweert dat je wél baas kunt worden over je geld, in plaats van andersom. Ze bedacht negen financiële persoonlijkheden, van de bibberende zekerheidszoeker en de roekeloze jager tot de eeuwig ploeterende perfectionist en de bling-bling statuszoeker. Slechts één van haar types, de ‘geldmeester’ is volledig vrij. Hij of zij laat zich door geen euro of dollar ringeloren. En goed nieuws: volgens Gurney kun jij zo’n geldmeester worden! Je hoeft alleen maar aan vijf simpele voorwaarden te voldoen (oké, simpel in theorie). Als je dat voor elkaar bokst, zegt Gurney, komt het geld vanzelf naar je toe, maar dan als je dienaar in plaats van tirannieke baas. Klinkt als het beste goede voornemen ooit, toch? Wie doet er mee?
Geldmeester: Zo word je het
De Amerikaanse psychologe Kathleen Gurney is een van de grondleggers van de financiële psychologie. Het hoogste doel daarvan is het bereiken van geestelijk rijkdom. Van deze psychische staat is volgens Gurney sprake als je:
het belang van geld niet ontkent noch overdrijft
inziet hoe geld je beïnvloedt en andersom
geld niet beschouwt als doel op zich, maar als een beloning voor inspanningen
geld onder controle hebt in plaats van andersom en
geld je plezier, tevredenheid en zekerheid verschaft.
Als je aan deze vijf punten voldoet, valt volgens Gurney alles in je leven op zijn plaats. Geld komt dan vanzelf naar je toe. Maar met het grote verschil dat het dan je dienaar is in plaats van je meester.
Ik wens je een meesterlijk 2026!