Tijdens mijn studie in Groningen was ik klant van een biologische winkel bij mij op de hoek. De oprichter wilde er in 1981 mee stoppen. Een vrijwilligster wilde de zaak wel voortzetten, maar had geen cent te makken. De Triodos bank was bereid financiering te verstrekken onder de voorwaarde dat zij voor een bedrag van 50.000 gulden borgstellingen zou regelen. Daarin slaagde zij.
Ik was één van de bereidwilligen en tekende voor een bedrag van 1.000 gulden. Op zo’n moment besefte ik eigenlijk niet goed wat dat betekende. Ik wist natuurlijk wel dat als zij de schuld aan de bank niet kon aflossen, de bank bij mij zou aankloppen. Maar zo’n vaart zou het toch niet lopen en als dat wel het geval was zou dat zeker niet vandaag of morgen zijn. Wie dan leeft, wie dan zorgt!
Deze strop vormde wel een waardevolle les
Je raadt het al. In 1987 viel er als Zwaard van Damocles een brief van Triodos Bank op mijn deurmat met de mededeling dat de kredietneemster niet kon betalen en dat zij daarom helaas een beroep moest doen op de borgstelling. Of ik maar even 1.000 gulden wilde overmaken. Ik was inmiddels getrouwd en had drie bloedjes van kinderen. Onze financiële situatie was niet geweldig en de strop nam een flinke hap uit het weinige spaargeld dat we hadden. Maar goed, je hebt nu eenmaal getekend en dan ga je daar niet over zeuren. Deze strop vormde wel een waardevolle les.
Als de nieuwbakken onderneemster mij in 1981 had gevraagd haar 1.000 gulden te lenen, had ik dat zeker niet gedaan. Een borgstelling tot dit bedrag tekende ik wel. Vreemd eigenlijk. Feitelijk was het risico 1.000 gulden kwijt te raken hetzelfde. Een tip voor startende ondernemers op zoek naar financiering: vraag geen lening aan familie, vrienden en kennissen maar borgstellingen. De kans op succes is vele malen groter.
In mijn geval hadden 30 personen de borgstelling afgegeven voor een totaalbedrag van €50.000. Bedenk dat het bij zo’n aantal voor de bank nogal bewerkelijk kan zijn het geld bij iedereen te innen. Iedereen moet worden aangeschreven en niet iedereen zal zo sportief zijn onmiddellijk het geld over te maken. Misschien zou het zelfs op incassoprocedures aankomen. Ik denk dat tegenwoordig ook banken met een idealistische inborst niet meer met dergelijke kruimelborgstellingen werken. Je moet eerder denken aan één te overziene garantstelling van de ouders van de kredietnemer.
Een borgsteller zou een vergoeding kunnen bedingen voor het risico dat hij op zich neemt. Bij een puur zakelijke transactie zou dat ook niet meer dan normaal zijn. Omdat ik sympathie had voor het biologische gedachtengoed, kwam het vragen van een vergoeding niet in mij op. Ik had in 1981 ook niet het gevoel iets op te offeren of op het spel te zetten, terwijl dat natuurlijk wel zo was. Wat zou trouwens een zakelijke vergoeding zijn voor een borgstelling? Dat hangt af van de kans erop te worden aangesproken. Gedacht kan worden aan 1% tot 5% van het bedrag per jaar. Onder de huidige box 3 is zo’n vergoeding onbelast voor de ontvanger. Voor de betaler vormt de vergoeding ondernemingskosten.
In de financieringspraktijk is de borgstelling trouwens vervangen door de garantstelling of medeschuldenaarschap. Dat biedt de bank juridisch gezien een sterkere positie. Met de details zal ik je niet vermoeien. Goed om te weten is ook dat bij een particuliere garantstelling de echtgeno(o)t(e) mee moet tekenen. Dat vloeit voort uit een gezinsbeschermende bepaling van het burgerlijk wetboek.