Lijfrente: hoeveel kan je aftrekken?

Zelf je pensioen aanvullen met belastingvoordeel? Dat kan via een lijfrente. In 2025 mag je tot €77.906 aftrekken. We leggen uit hoe het werkt én waar je op moet letten.

Met een lijfrente slim extra pensioen opbouwen:

• In 2025 kun je tot wel €77.906 aftrekken, afhankelijk van je situatie.
• Het belastingvoordeel is het grootst als je inkomen later lager is dan €40.000.
• Het geld moet uiterlijk op 31 december 2025 op je lijfrenterekening staan.

Het maximale bedrag dat je in 2025 van de belasting kunt aftrekken voor een lijfrente is flink: tot wel €77.906. Hoeveel jij precies mag aftrekken, hangt af van je persoonlijke situatie. Voor veel ZZP’ers, ondernemers en werknemers met een pensioentekort kan dit een aantrekkelijke manier zijn om extra pensioen op te bouwen mét belastingvoordeel.

Hoe werkt het?

Wanneer je vermoedt dat je een pensioentekort hebt, is het slim om te checken of je in 2025 een aftrekbare storting kunt doen in een bankspaarproduct of beleggingsvariant. Dat kan eenvoudig met de rekenhulp van de Belastingdienst op belastingdienst.nl/rekenhulpen/lijfrentepremie

• jaarruimte

Eerst bereken je de jaarruimte: dat is het bedrag dat je in 2025 op basis van je inkomen in 2024 maximaal mag aftrekken. Je inkomen boven €137.800 telt niet mee. Ook geldt er een franchise van €18.475 (over dit deel mag je geen lijfrente opbouwen omdat je later ook AOW ontvangt). In 2025 kan de jaarruimte oplopen tot €35.798.

• reserveringsruimte

Heb je in de afgelopen 10 jaar niet al je jaarruimte benut? Dan komt de reserveringsruimte in beeld. Daarmee mag je onbenutte ruimte uit voorgaande jaren alsnog gebruiken, met een maximum van €42.108. Om de reserveringsruimte vast te stellen, heb je de berekeningen van de jaarruimtes van de afgelopen 10 jaar nodig. Heb je die niet meer, dan kun je die berekeningen alsnog per jaar maken op belastingdienst.nl (er is een hulpmiddel voor de jaren vanaf 2016 en een hulpmiddel voor de jaren 2015 en eerder).

Tel je beide mogelijkheden op, dan kom je uit op het maximum van €77.906.

Het belastingvoordeel

Een aftrekpost is natuurlijk alleen interessant als je er daadwerkelijk belasting mee bespaart. Bedenk dat (startende) ZZP'ers over de eerste circa €30.000 winst geen belasting betalen. Voor ZZP'ers met een dergelijk lage winst levert een lijfrentestorting dan ook geen belastingvoordeel op. Check dus altijd eerst of je belastingvoordeel kan behalen. Het belastingvoordeel van de aftrekpost moet hoger zijn dan de heffing die je te zijner tijd over de uitkeringen moet betalen:

• voordelen storting

Is je box 1-inkomen lager dan €76.817? Dan is het belastingvoordeel van de lijfrenteaftrek 37,48% inkomstenbelasting (en premie) + maximaal 6,34% extra algemene heffingskorting (zie de LET OP), dus 37,48% tot 43,82%. Bij een hoger inkomen is het belastingvoordeel 49,5%. En er is nóg een fiscaal voordeel: het lijfrentekapitaal telt niet mee in box 3 en wordt daar dus ook niet belast. Laat je box 1-inkomen door de aftrek niet te laag worden, want dan kan het zijn dat je heffingskortingen (zoals algemene heffingskorting, arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting) laat liggen. 

LET OP: Met ingang van 2025 is de algemene heffingskorting niet meer alleen afhankelijk van je box 1-inkomen, maar van je verzamelinkomen (je inkomen in box 1, 2 en 3). Lijfrenteaftrek levert een extra voordeel op van 6,34% als je verzamelinkomen door de aftrek niet lager wordt dan €28.406. Je verzamelinkomen moet bovendien na de lijfrenteaftrek lager zijn dan €76.817. 

• heffing over uitkering

Het mooiste is als je de uitkeringen na de AOW-leeftijd tegen het laagste tarief kan ontvangen. Als we kijken naar de tarieven van 2025, is dat (17,92% inkomstenbelasting + maximaal 3,17% minder algemene heffingskorting + 5,26% bijdrage Zorgverzekeringswet=) 26,35%. Het tarief van 17,92% geldt als je totale box 1-inkomen te zijner tijd niet hoger is dan ongeveer €40.000. Bij een hoger inkomen is een storting minder interessant. Je betaalt over de uitkering dan namelijk, 37,48% inkomstenbelasting + 3,17% algemene heffingskorting dus 40,65% tot zelfs 55,65% als je 15% minder ouderenkorting krijgt. Daar komt nog een bijdrage Zorgverzekeringswet bij van 5,26% over je bijdrage-inkomen van maximaal circa €76.000 per jaar. De heffing over je uitkering kan dus oplopen tot meer dan 60%!

Wanneer en hoe storten?

Je mag zelf weten of je je maximale aftrek helemaal, voor een deel of niet benut. Wil je gebruikmaken van de aftrek over 2025, dan moet de storting uiterlijk op 31 december 2025 op je lijfrenterekening staan. Houd er rekening mee dat het even kan duren voordat de lijfrenterekening geopend is. Je kunt kiezen voor een spaarvariant of een beleggingsvariant. Kies voor de beleggingsvariant als dat past bij je risicoprofiel. Aangezien het risico van beleggen afneemt naarmate de beleggingsjaren toenemen, is het langs deze weg opbouwen van kapitaal vooral geschikt bij een beleggingshorizon van minimaal 10 jaar tot het moment dat de uitkeringen ingaan. Net als bij ‘gewoon’ beleggen is spreiding essentieel: beleg dus liever niet in individuele aandelen, maar kies voor een wereldwijd beleggend aandelenindexproduct.
Vergelijk het aanbod op moneywise.nl of op 123lijfrente.nl. Let daarbij ook op de kosten. Je kunt kosten besparen door te kiezen voor afsluiten zonder advies. Heb je al een bankspaarrekening? Dan kun je daarop bijstorten zonder kosten. Dat doe je natuurlijk alleen als er op dat moment geen betere aanbieder is.

LET OP: Bij de spaarvariant kun je kiezen tussen een variabele en een vaste rente. Bekijk dus beide mogelijkheden. Realiseer je wel dat je als je de rente wilt vastzetten, je vaak zelf het geld moet doorboeken naar een bankspaardeposito.

LET OP: Tot 2014 opgebouwd lijfrentekapitaal mag worden gebruikt voor een tijdelijke lijfrente die start op je 65ste (in plaats van de AOW-gerechtigde leeftijd). Heb je sinds 2014 niet bijgestort, dan mag je voor die uitkering ook het rendement van de jaren na 2014 gebruiken. Wil je op je 65ste hiervan gebruikmaken? Dan kun je voor een aanvulling op je pensioen dus beter een nieuwe lijfrenterekening openen.

Uitkeren van de lijfrente

Je hebt verschillende mogelijkheden als je de lijfrente wil laten uitkeren via een bancaire lijfrente. Je kunt kiezen voor een:

• oudedagslijfrente

De ingangsdatum mag voor de AOW-leeftijd liggen, maar ook daarna. De uitkering start uiterlijk in het vijfde jaar na je AOW-leeftijd en loopt door totdat je minstens 20 jaar ouder bent dan je AOW-leeftijd

• tijdelijke oudedagslijfrente

De ingangsdatum is het jaar waarin je de AOW-leeftijd bereikt of in 1 van de 5 daaropvolgende jaren. De looptijd is minimaal 5 jaar. De maximale uitkering bedraagt €26.781 per jaar. Een tijdelijke oudedagslijfrente mag ook ingaan binnen 6 maanden na het overlijden van je (ex-)partner. Ook dan is de looptijd minimaal 5 jaar.

Met een lijfrente kun je met veel fiscaal voordeel zelf een flink pensioen opbouwen

• nabestaandenlijfrente

Overlijd je en zijn de uitkeringen van de bancaire lijfrente nog niet ingegaan? Dan moet het geld gebruikt worden voor een direct ingaande nabestaandelijfrente. De looptijd daarvan is minimaal 5 jaar. Gaat de nabestaandenlijfrente naar je kinderen (of andere bloed- en aanverwanten) jonger dan 30 jaar? Dan kunnen ze kiezen tussen:
- een looptijd van minimaal 20 jaar en 
- een looptijd van minimaal 5 jaar, maar als dat korter is: tot het bereiken van de 30-jarige leeftijd.
Gaat de nabestaandenlijfrente naar je kinderen (of andere bloed- en aanverwanten) van 30 jaar en ouder? Dan is de looptijd minimaal 20 jaar.

Je mag zelf kiezen of je de lijfrente per maand, per kwartaal of per jaar laat uitkeren. Overigens wordt met direct ingaan bedoeld in het jaar van overlijden of in de 2 kalenderjaren daarna. Je hebt dus even tijd om dat te regelen. Soms is die tijd nog te kort. Je kunt de Belastingdienst dan vragen om meer tijd. Er moet dan wel sprake zijn van bijzondere omstandigheden. De Belastingdienst noemt als voorbeeld een verhuizing waarbij de post nog naar het oude adres is gestuurd en daardoor niet is ontvangen.

LET OP: Overlijd je nadat de bancaire lijfrente is ingegaan? Dan gaat het recht op de nog niet uitgekeerde termijnen over op de erfgenamen.

Het kapitaal kun je ook gebruiken voor een (tijdelijke) oudedagslijfrente of nabestaandenlijfrente bij een verzekeraar. Dan gelden er iets andere regels: de oudedagslijfrente moet levenslang lopen, de nabestaandenlijfrente eindigt pas bij overlijden van de nabestaande (uitkeringen aan kinderen jonger dan 30 jaar mogen eerder eindigen maar uiterlijk op hun 30ste).

CONCLUSIE

Een lijfrenteproduct is dé manier om met belastingvoordeel vermogen op te bouwen voor je oude dag als je inkomen na je AOW-leeftijd lager is dan €40.000. Combineer je dit met andere vermogensopbouw, zoals beleggen in box 3 of een toekomstige erfenis, dan bouw je stevig aan een financieel gezonde toekomst.