Gedurende de looptijd van tien jaar krijgt u een rente van 1,6% per jaar plus een compensatie voor de inflatie. Die compensatie ziet u terug in de jaarlijkse rentebetalingen en in de aflossing op einddatum. Daarbij heeft de bank gekozen voor de ‘Harmonized Index of Consumer Prices Ex-Tobacco’die Eurostat (het CBS van Europa) maandelijks publiceert. Het gaat dus om een koppeling aan de Europese inflatie of, beter gezegd, de inflatie in de eurozone. Jaarlijks wordt de rente aangepast aan deze inflatie. Als de inflatie gedurende het eerste jaar uitkomt op 2,5% dan stijgt de rente dus van 1,60% naar 1,64%. Daar zult u niet rijk van worden.
De echte winst is te behalen op einddatum. Dan krijgt u namelijk een aflossing die minimaal gelijk is aan de startwaarde plus de cumulatieve inflatie gedurende de looptijd. Als ik reken met gemiddeld 2,5% inflatie, komt de aflossing uit op 128% van uw inleg. Komt de gemiddelde inflatie uit op 3,5% per jaar, dan is de aflossing opgelopen naar 143,3% in 2022. Uw jaarlijkse rendement is per saldo vrijwel gelijk aan de inflatie plus 1,6%. In het eurogebied bieden ook Frankrijk en Duitsland dergelijke obligaties aan. De Duitse inflatieobligatie die loopt tot 2023 kent ten tijde van dit schrijven een rendement gelijk aan de inflatie minus 0,3%. De wijze waarop de inflatie wordt verrekend is verder gelijk aan die van de lening van de ABN Amro.