De benchmark van dit fonds bestaat uit 35% aandelen, 55% obligaties, 5% vastgoed en 5% grondstoffen, de werkelijke invulling kan in beperkte mate afwijken. Zo was de mix per eind 2010 iets meer richting aandelen ten koste van vastgoed en grondstoffen. Over 2010 werd een rendement behaald van 10,7%, na aftrek van de kosten van in totaal 1,34%. Met dit fonds was u ook redelijk zorgeloos door de kredietcrisis gekomen want in 2007 en 2008 waren de verliezen respectievelijk 0,2% en 13,0%, verliezen die in 2009 en 2010 weer eenvoudig werden ingelopen. Het gaat dan ook om een mixfonds met een defensief profiel.
De crux zat hem in de obligaties binnen dit fonds, die allemaal van de staat zijn en de portefeuille goed overeind hielden tijdens de crisis. Daarbij werd bovendien gekozen voor een belegging in de sterke Eurolanden zoals Duitsland, Frankrijk en Nederland. Bij de aandelen maken de beheerders ook duidelijke keuzes, want in 2010 kozen zij voor een flinke weging in de Verenigde Staten terwijl Europa het juist minder goed deed in dat jaar. Binnen de sectoren zijn die duidelijke keuzes ook te herkennen. Ruim 30% van de aandelen is belegd in financiƫle dienstverleners, terwijl industriƫle materialen bijna 15% van de portefeuille uitmaakten.