Deze obligatie kent een gegarandeerde aflossing op 100% aan het einde van de zesjarige looptijd. Zakt de euro verder weg, dan kan dat een aardig extra rendement bieden. Deze obligatie kent namelijk een koppeling aan een vijftal deviezen van buiten de eurozone. Het gaat om de Australische, Nieuw-Zeelandse en Canadese dollar gecombineerd met de Noorse en Zweeds kroon. Die vijf munten wegen allemaal voor 20% mee in het berekenen van het eindresultaat. Stel dat deze munten ten opzichte van de euro met 15% in waarde stijgen, dan krijgt u niet 100% maar 115% afgelost.
Nu zal de ene munt wellicht stijgen, maar een andere kan in waarde dalen ten opzichte van de euro. Het aardige is dat die daling dan niet meetelt maar op nul wordt gezet. Uiteraard telt dat nulresultaat van die ene munt dan wel voor 20% mee in de berekening van het gemiddelde resultaat op einddatum. Een mooi mechanisme, maar daar levert u ook rendement voor in. De rente die u jaarlijks ontvangt is slechts 0,85%. In de brochure wordt netjes voorgerekend dat u daarmee circa 1,15% per jaar inlevert ten opzichte van een normale obligatie van de Bank Nederlandse Gemeenten, want daar staat de afkorting voor. Met andere woorden: een normale BNG-obligatie met een looptijd van zes jaar levert 2% rente op.