De obligatie wordt uitgegeven in euro’s en kent een looptijd tot 2018. Gedurende die looptijd krijgt u een rente die is gekoppeld aan het Euribor-tarief (Euro Interbank Offered Rate) voor looptijden van drie maanden. Ieder jaar wordt in december dat rentetarief vastgezet voor het daarop volgende jaar. Daarbij geldt echter een minimale rente van 2,5% (de ‘floor’) en een maximale rente van 7,5% (de ‘cap’). Omdat bij aanvang het Euribor-tarief lager is dan de floor, is direct een rente van 2,5% van toepassing.
Stijgt de rente in de komende jaren, dan profiteert de belegger in deze obligatie ook van die stijgende rente. Wat veel beleggers in dergelijke Variabele Coupon Obligaties zich echter onvoldoende realiseren is dat een lichte stijging van het Euribor-tarief negatief zal uitwerken op de koers. Stel dat het Euribor-tarief stijgt naar ongeveer 2,5%. U krijgt dan nog steeds dezelfde rente van 2,5% uitgekeerd op deze obligatie, waardoor de relatieve aantrekkelijkheid van de minimale rentegarantie dus verdwijnt. Dat uit zich in een koersdaling.