Eind oktober 2011 verscheen er eentje die ingaat op ‘actief beleggen’ versus ‘passief beleggen’. Kort samengevat moeten beleggingsondernemingen aantonen dat een actief beleggingsfonds toegevoegde waarde heeft ten opzichte van een passief beleggingsproduct (lees: indexfondsen). Is dat niet het geval, dan heeft het passieve product de voorkeur. Het zal daarom niemand verbazen dat de Rabobank sinds enige tijd ook indexfondsen aanbiedt. Trouwe lezers weten dat ik een voorstander ben van dergelijke fondsen: de kosten zijn laag, de dividenden vaak aantrekkelijk en u doet het maar een fractie slechter dan de index zelf (dat verschil in performance zit ’m in de kosten). De Rabobank biedt de trackers aan van ETFX.
Ten tijde van dit schrijven waren dat er overigens maar vier: op de AEX, de AMX, de DAX-index en een Agri Business Fund. Onderwerp van deze recensie is de AEX-tracker. Het gaat hier om een zogeheten ‘synthetische tracker’, wat inhoudt dat de onderliggende AEX-aandelen niet werkelijk gekocht worden, maar ‘gerepliceerd’ door middel van afgeleide producten, zogeheten ‘swaps’. Dat zijn een soort opties die zowel naar boven als naar beneden de index volgen. De laatste tijd is er nogal wat discussie over synthetische trackers, want onbedoeld loop je als belegger via de tracker een ‘tegenpartijrisico’: je weet immers niet wie de tegenpartij is van de swap. Nu moet dat risico ook weer niet overdreven worden, want voor een swap moet een tegenpartij voldoende onderpand geven. Toch zijn er beleggers die liever in een indextracker stappen die daadwerkelijk de aandelen koopt. Ook daar zit een adder onder het gras: die aandelen worden vaak uitgeleend (‘verhuurd’), waardoor er net zo goed een tegenpartijrisico is.