Het is elk jaar weer een sport om de belastingheffing in box 3 omlaag te brengen. Je bespaart niet alleen belasting, je kunt ook voorkomen dat toeslagen vervallen of het verlaagt je bijdrage voor de Wmo. Wij laten je zien hoe je slim bespaart.
Voor de belastingheffing in box 3 in 2025 wordt in eerste instantie gekeken naar welke vermogensbestanddelen (spaargeld, overig bezit en schulden) je hebt op peildatum 1 januari 2025. Die bestanddelen bepalen je forfaitaire rendement. Achteraf, pas na afloop van 2025, bekijk je of het werkelijke rendement lager was dan het forfaitaire. Maar dat is achteraf en nu waarschijnlijk nog moeilijk te voorspellen. Daarom kun je beter nu al maatregelen treffen. Besparen op de box 3-belasting begint met het beperken van het forfaitaire rendement en de belastingheffing daarover. Dat kun je doen door vóór 1 januari 2025 het box 3-vermogen te verlagen en gebruik te maken van het verschil in forfaitaire rendementen voor spaargeld, overig vermogen en schulden (zie ook het artikel ‘Hoeveel betaal jij in box 3?’ op p.19).
BOX 3-VERMOGEN OMLAAG
Minder box 3-vermogen leidt niet alleen tot een lager belast forfaitair rendement voor de inkomstenbelasting, maar ook tot een lager vermogen voor de vermogenstoetsen die bij diverse regelingen, zoals de toeslagen, gelden.
1. Overweeg aflossen (rest)hypotheek
Als het rentepercentage over je spaargeld lager is dan dat van je aflossingsvrije hypotheek, kan aflossen een voordelige optie zijn. In sommige gevallen kan het duizenden euro’s per jaar schelen aan hypotheekrente én box 3-heffing! Wacht hier niet te lang mee. In verband met de administratieve afhandeling willen veel banken dat je vóór december de aanvraag doet om nog dit jaar te mogen aflossen!
Met onze handige calculator ‘Hypotheek aflossen’ kun je berekenen wat het aflossen van (een deel van) de aflossingsvrije hypotheek je concreet oplevert.
2. Wacht met transport of verhuur huis tot 2025
Heb je je huis verkocht en moet je een afspraak maken voor de overdracht? Of overweeg je verhuur? Lees dan tip 2 en 3 van de ‘Eindejaarstips 2024’.
3. Overweeg een (bancaire) lijfrente
Vermogen dat je in een (bancaire) lijfrente stopt, behoort niet tot je box 3-vermogen. Je kunt een storting overwegen als je een pensioentekort hebt (zie ook het artikel ‘Lijfrente: hoeveel kan je aftrekken?’, FiscAlert oktober 2024).
4. Doe een (herroepelijke) schenking
Betaal je belasting in box 3? Als je nu schenkt aan iemand die de box 3-vrijstelling (€57.684 in 2024, het dubbele voor fiscaal partners, ook wel heffingsvrij vermogen genoemd) nog niet helemaal benut heeft, valt er belasting te besparen! Bovendien bespaar je erfbelasting als je aan je kinderen en kleinkinderen schenkt. Zie verder het artikel ‘Belastingvrij schenken’.
In plaats van spaargeld kun je ook beleggingen schenken aan (klein)kinderen door deze over te schrijven naar hun effectenrekening. De besparing in box 3 is dan extra groot, mits de ontvanger de box 3-vrijstelling nog niet zelf had benut!
5. Betaal je zorgverzekering vooruit
Betaal je premie voor de zorgverzekering voor 1 januari. Het levert een premiekorting op én het verlaagt ook je box 3-vermogen.
Is je vermogen net te hoog om in aanmerking te komen voor toeslagen in 2025? Dan kan deze tip daarvoor ook een goede oplossing zijn!
6. Los consumptieve leningen af
Je betaalt (veel) meer rente over schulden dan je aan spaarrente ontvangt. Bovendien kun je je box 3-schulden nooit volledig wegstrepen tegen je bank- en andere box 3-tegoeden, omdat daarvoor een drempel van €3.700 per persoon (bedrag 2024, €7.400 voor fiscaal partners, bedrag 2025 is nog niet bekend) geldt. Als je voldoende spaargeld hebt, kun je consumptieve leningen beter aflossen en zo een negatief saldo op je bankrekening of creditcard voorkomen. Betaal ook alle openstaande rekeningen vóór 1 januari a.s.
7. Benut de voordelen van groen sparen en beleggen
De vrijstelling groene spaartegoeden en groene beleggingen is in 2025 €30.000 (€60.000 voor fiscaal partners). Tot de vrijstelling betaal je geen belasting in box 3 en krijg je ook een heffingskorting (0,7% van het vrijgestelde vermogen). Nu de jaarwisseling nadert, is het daarom fiscaal voordelig om in te stappen als je nog niet groen spaart of belegt. Heb je wel groene spaartegoeden of beleggingen? Wees je er dan van bewust dat de vrijstelling volgend jaar aanzienlijk lager is dan in 2024. Check dus of je binnen de vrijstelling blijft. Is dat niet het geval? Wij raden aan het groen sparen en beleggen te beperken tot het vrijgestelde bedrag.
Zie ook de productrecensies van Meewind Groenfonds Regionaal Duurzaam, ASN Bank Groenprojectenfonds en Triodos Bank Groenfonds) in Op de deurmat (FiscAlert november 2023). Of kijk eens naar de groenspaardeposito’s van ING, Rabo of ABN Amro.
UPDATE: De Tweede kamer heeft een amendement aangenomen waardoor de vrijstelling voor groen sparen en beleggen per 2025 wordt verlaagd naar €26.000 (€52.000 voor fiscaal partners). Bovendien wordt de heffingskorting verlaagd naar 0,1%. Per 2027 verdwijnen de belastingvoordelen voor groen sparen en beleggen helemaal.
LET OP HET FORFAITAIRE RENDEMENT
Als je rekening houdt met de verschillende forfaitaire rendementen voor spaargeld, overig vermogen en schulden, kun je de belasting in box 3 omlaag brengen. Ook heeft dit een gunstige invloed op regelingen waarbij gekeken wordt naar het verzamelinkomen (het inkomen in box 1, 2 en 3 samen).
8. Pas op met laagrenderende beleggingen
Voor al je box 3-bezit dat geen spaargeld is, geldt in 2025 een belast forfaitair rendement van 5,88%. Pas dus op met laagrenderende beleggingen zoals obligaties en mixfondsen. Overweeg om deze om te zetten naar een mix van sparen (bijvoorbeeld deposito’s met een hoge rente, zie www.spaarinformatie.nl) en hoogrenderende beleggingen.
LET OP: Natuurlijk bestaat de mogelijkheid om achteraf te laten heffen over het werkelijke rendement. Daarvoor wordt echter gekeken naar het totale vermogen. Dat is dus lang niet altijd mogelijk. Bovendien kun je dan het heffingsvrije vermogen in box 3 niet gebruiken. Vooraf maatregelen nemen is daarom beter.
Heb je beleggingen die naar verwachting minder dan 5% opleveren? En wil of kan je die niet omzetten naar een mix van sparen en hoogrenderende beleggingen? Overweeg dan om deze in een BV te stoppen. Lees het artikel ‘Op met beleggingen naar de BV’, FiscAlert november 2022. Als in 2027 de heffing over het reële rendement op het vermogen wordt ingevoerd, zal de BV overigens waarschijnlijk geen voordeel meer bieden.
9. Plan aan- en verkoop beleggingen
Ben je rond de jaarwisseling van plan om te gaan beleggen of wil je juist beleggingen verkopen en het geld op je spaarrekening zetten? Je betaalt minder belasting in box 3 als je wacht met beleggen tot na 1 januari. En je betaalt ook minder belasting in box 3 als je voor de jaarwisseling je beleggingen verkoopt.
LET OP: Net voor de jaarwisseling je beleggingen verkopen en binnen 3 maanden weer gaan beleggen, levert geen verlaging van de belasting in box 3, tenzij je zakelijke redenen hebt voor de verkoop. Een vergelijkbare regeling geldt voor tijdelijke schulden. Zie ook www.belastingdienst.nl en zoek op ‘peildatumarbitrage’ voor meer informatie.
10. Beleggen in lijfrente, sparen in box 3
Als je een (bancaire) lijfrente hebt, overweeg dan te beleggen via je (bancaire) lijfrente. Dat is fiscaal aantrekkelijker dan beleggen in box 3. Overweeg dan om wat meer te sparen in box 3 en bij je lijfrente te kiezen voor beleggen. Uiteraard moet beleggen wel bij je risicoprofiel passen. Lees ook ons artikel ‘Zo bouw je extra pensioen op’ (FiscAlert ‘september 2024’).
11. Let op schuldigerkende of teruggeleende bedragen
Heb je een schuld aan je (klein)kinderen waarover zij in box 3 belasting moeten betalen omdat ze meer bezitten dan het heffingsvrije vermogen (€57.684, het dubbele voor fiscaal partners)? Dan moeten ze daarover 5,88% (percentage 2025) forfaitair rendement aangeven, terwijl jij circa 2,63% (het exacte percentage voor 2025 is nog niet bekend) kunt aftrekken (zie echter ook de LET OP bij tip 8). Per saldo is dat fiscaal nadelig. Overweeg daarom, indien mogelijk, schuldigerkenningen en andere leningen (bijvoorbeeld ontstaan na schenken en teruglenen) af te lossen. Besef wel dat dit fiscale nadeel waarschijnlijk tijdelijk is. Vanaf 2027 krijgen we een ander box 3-stelsel, al is het nog onzeker of die datum gehaald wordt.
Dit geldt niet voor vorderingen en schulden in box 3 tussen ouders en minderjarige kinderen. Die hoeven namelijk niet meer in de aangifte inkomstenbelasting te worden vermeld.
12. Overweeg familiebank (deels) kwijt te schelden
Al het box 3-bezit dat geen spaargeld is, valt onder overig vermogen. Dat geldt ook voor de lening via de familiebank. Voor de familiebanklening geldt in 2025 een forfaitair rendement van 5,88% dat wordt belast tegen 36% (zie echter ook de LET OP bij tip 8). Overweeg daarom, als er een lage rente is afgesproken, de familiebanklening deels kwijt te schelden met gebruikmaking van de eenmalig verhoogde of jaarlijkse vrijstelling. Leg de kwijtschelding schriftelijk vast. Dat kan met onze ‘Model Schenkingsakte kwijtschelding’. Heb je een BV, dan kan overhevelen van de vordering naar de BV ook het overwegen waard zijn.
Werkelijk rendement
Als je werkelijke rendement lager is dan je forfaitaire rendement in box 3 hoef je alleen belasting te betalen over je werkelijke rendement. Dat is het gevolg van de uitspraak van de Hoge Raad van 6 juni 2024. Voor nu is daarbij het volgende van belang:
1. Bewaar alvast alles waarmee je je werkelijke rendement kunt aantonen. Zie ook onze ‘Checklist werkelijk rendement box 3’. Het werkelijke rendement doorgeven kan overigens waarschijnlijk pas in de zomer van 2025.
2. Houd je brievenbus in de gaten. Krijg je post van de Belastingdienst, check dan of je in actie moet komen.
3. Krijg je een belastingaanslag en wil je je werkelijke rendement laten belasten omdat dat lager is dan het forfaitaire rendement? Maak dan bezwaar met het ‘Modelbezwaarschrift box 3’. Doe dat binnen de bezwaartermijn van 6 weken!
4. Het kabinet wil iedereen met een aanslag opgelegd na het Kerstarrest van 24 december 2021 (of een aanslag waartegen toen nog bezwaar of beroep mogelijk was) de gelegenheid geven om het formulier 'Opgaaf werkelijk rendement' in te vullen (tegenbewijsregeling). Voor aanslagen over 2019 (die nog niet onherroepelijk vaststonden op 24 december 2021) moet je dan wel nog in 2024 een verzoek om ambtshalve vermindering indienen om gebruik te kunnen maken van deze tegenbewijsregeling. Doe dat als je werkelijke rendement lager was dan je forfaitaire rendement. Een ‘Modelverzoek ambtshalve vermindering box 3’ vind je hier.
Box 3 in 2025
Heffingsvrij vermogen |
€57.684 (€115.368 voor fiscaal partners) |
Forfaitair rendement |
|
spaargeld |
Afhankelijk van de spaarrente in 2025; schatting 1,44% |
overig vermogen |
5,88% |
schulden |
Afhankelijk van de hypotheekrente op alle woninghypotheken in 2025; schatting 2,63% |
Belastingtarief |
36% |